EU-landen kunnen verschillend op Xylella toetsen

    De Belgische en de Nederlandse boomkwekerijvoormannen pleiten voor dezelfde standaardtoets op Xylella, omdat EU-landen nu verschillende methoden kunnen gebruiken.

    Alle productielocaties van de zes meest risicovolle Xylella-waardplanten, in de hele EU, moeten verplicht zijn getoetst op de quarantaine-bacterie. Maar daarbij kunnen verschillende methoden worden gebruikt die de Europese Commissie heeft gevalideerd.

    Iedere EU-lidstaat moet twee verschillende moleculaire testen te gebruiken om een Xylella-vondst te bevestigen, aldus Liesbeth Van de Voorde van de Belgische fytodienst FAVV. „In België worden de Harper- en Francis-methode gebruikt.” Beide methoden vallen onder de PCR-diagnostiek, die ook Nederland volgens Naktuinbouw hanteert.

    Welke methoden gebruikt elk EU-land?

    Het is niet duidelijk welke methoden de andere EU-landen gebruiken. Volgens Henk Raaijmakers, voorzitter van de LTO Vakgroep Bomen en Vaste planten, gebruikt Spanje de ELISA-methode. „En mogelijk ook Italië.” ELISA is net als PCR gevalideerd door Brussel, maar Raaijmakers meent dat ELISA niet dezelfde nauwkeurige uitslag geeft als PCR.

    Raaijmakers en Lucien Verschoren, voorzitter van de AVBS-vakgroep Boomkwekerij, pleiten hoe dan ook voor PCR als standaardmethode in de hele EU. Met daarbij dezelfde methodiek van monstername. „Want in het ene deel van een plant kan Xylella wel aanwezig zijn, maar in het andere deel niet”, aldus Verschoren. „De ziekte is moeilijk aan te tonen.”

    De Nederlandse en Belgische voormannen kaarten het aan bij de NVWA/Naktuinbouw en de FAVV, maar ook bij hun collega’s in de European Nurserystock Association.

    Foto’s: FAVV

    guest
    0 Reacties
    Inline feedbacks
    Bekijk alle reacties