Klimaatbestendig bosplantsoen: bal ligt bij overheid

    Volgens het Klimaatakkoord trekt de Nederlandse overheid miljoenen uit voor aanplant van klimaatbestendig bosplantsoen, maar het is nog onduidelijk of verwijzing naar herkomsten in de Rassenlijst Bomen een voorwaarde wordt voor subsidiëring. Zodat afnemers traceerbare kwaliteit toepassen.

    Verwijzen naar herkomsten in de Rassenlijst: dat was het streven in de eerste Green Deal ’Weet welk plantmateriaal je (ver)koopt’ die onder andere de ketencertificering Naktuinbouw Select Plant Bosplantsoen heeft opgeleverd. De tweede Green Deal ’Geschikt plantmateriaal voor een klimaatbestendig bos, natuur en landschap’ is het vervolg dat goed zou aansluiten op het Klimaatakkoord, omdat er robuust oftewel klimaatbestendig bosplantsoen nodig is om meer CO2 vast te leggen.

    Begin vorig jaar zou die tweede Green Deal zijn ondertekend, maar dat is nog steeds niet gebeurd. Onlangs zaten drie hoofdrolspelers om de tafel op verzoek van Jos Jansen, voorzitter van de Green Deal-stuurgroep: het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Staatsbosbeheer en de LTO Vakgroep Bomen, Vaste Planten en Zomerbloemen. Doel was om helderheid te krijgen over de haalbaarheid van een businessmodel voor zaadgaarden die Staatsbosbeheer voor een belangrijk deel beheert. Dit is de belangrijkste reden waarom ondertekening van de tweede Green Deal op zich laat wachten.

    Het gesprek liep echter vast op financiële middelen. LNV betaalt niet mee aan de instandhouding van zaadgaarden. Wel gedeeltelijk voor de genenbank in Roggebotzand, omdat die in opdracht van LNV ooit is opgezet om te voldoen aan internationale afspraken: behoud van genetische bronnen van bomen en struiken die autochtoon zijn in Nederland. De Nederlandse bosplantsoenmarkt is te klein om het financiële gat te dekken, is de conclusie van het gesprek.

    Met de eerste Green Deal hebben alle schakels in de bosplantsoenketen afgesproken om de kwaliteit tot op de eindplek te verbeteren. Hierbij kiezen afnemers bewust voor een herkomst uit de Rassenlijst. In bestekken en subsidievoorwaarden wordt echter nog niet standaard verwezen naar de Rassenlijst. Het is ook maar de vraag of dit juridisch wel kan: een afnemer krijgt pas subsidie voor de aankoop van bosplantsoen, wanneer een herkomst uit de Rassenlijst wordt gebruikt – een herkomst die dus traceerbaar is van zaadbron tot eindplek.

    Door beide Green Deals zou de Nederlandse markt voor bosplantsoen groter worden. Bos- en natuurterreinbeheerders (niet alleen Staatsbosbeheer) planten de laatste jaren wel meer aan, maar daar profiteert vooralsnog een beperkt aantal kwekers van – geen hele bosplantsoensector. Die moet het nog altijd hoofdzakelijk van de export hebben.

    Na het vastgelopen gesprek tussen LNV, Staatsbosbeheer en de LTO Vakgroep is Jansen gestopt als voorzitter van de stuurgroep. Omdat hij geen mogelijkheden meer ziet om een (financieel) akkoord te bereiken. „Het is nu beter een nieuwe doorstart te maken en daar past ook een nieuwe trekker bij”, aldus Jansen die momenteel interim-directeur is bij de Unie van Bosgroepen. „Er zitten nog steeds goede dingen in de tweede Green Deal waarmee alle partijen verder kunnen gaan.”

    Die voortgang is er ook wel, en zowel Staatsbosbeheer als de LTO Vakgroep wil dat de ingezette samenwerking in de keten doorgaat, met LNV. De grootste bos- en natuurterreinbeheerder van Nederland bekijkt nog altijd mogelijkheden om de instandhouding van zaadgaarden gefinancierd te krijgen. „Daar zijn we nog niet over uit”, aldus Harrie Hekhuis, afdelingshoofd beheer en productie van Staatsbosbeheer. „De zaadgaarden zijn wel van toenemend belang om Nederlandse bossen robuuster te maken tegen klimaatverandering, en voor een goede start van nieuwe bossen.”

    Omdat de Nederlandse bosplantsoenmarkt (vooralsnog) heel klein is vergeleken met de exportmarkt, zullen en kunnen kwekers niet bijdragen aan de zaadgaarden, aldus Henk Raaijmakers. „Wij zijn nog steeds van mening dat verbetering van de bosplantsoenketen ons gezamenlijke doel is”, zegt de voorzitter van de LTO Vakgroep. „Staatsbosbeheer doet zijn best om kwaliteitsplantsoen toe te passen, maar doen andere partijen in Nederland dat ook? Dat zien we helaas nog te weinig.”

    De bal ligt dus nog steeds bij de Nederlandse overheid: is die bereid om mee te betalen aan de zaadgaarden, zodat er voldoende uitgangsmateriaal beschikbaar kan blijven komen om klimaatbestendig bosplantsoen te kweken en toe te passen? Voorlopig lijkt de bereidheid er niet te zijn, ondanks het gesloten Klimaatakkoord en de Green Deals betreffende bosplantsoen.

    Dit artikel verder lezen?

    Nog geen abonnee?

    Direct registreren

    Uw voordelen

    • Het betrouwbare vakblad tien keer per jaar bij u op de deurmat
    • Vakinformatie over alle facetten van de bloemendetailhandel, de bedrijfsvoering, productpresentatie, verkoop en personeelsbeleid
    • Toegang tot online besloten artikelen en data
    • Exclusieve toegang tot digitale vakbladen database
    guest
    0 Reacties
    Inline feedbacks
    Bekijk alle reacties