Waarom Nico van Ruiten een landbouwminister wil in een nieuw kabinet

    Het kabinet Rutte I kende een ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). In het huidige kabinet Rutte II verdween Landbouw uit de naam en heette het departement kortweg ministerie van Economische Zaken (EZ). Over land- en tuinbouwzaken gaat sindsdien een staatssecretaris. Dat moet in een nieuw kabinet anders, vindt voorzitter Nico van Ruiten van LTO Glaskracht Nederland. Hij pleit voor een terugkeer van de landbouwminister.

     

    Op het ministerie van EZ zitten land- en tuinbouwzaken in de beleidsportefeuille van staatssecretaris Martijn van Dam (PvdA). Hij wordt daarbij ondersteund door beleidsambtenaren van de afdeling Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit (PAV). „Wij ervaren echter nog veel te veel dat dat een ministerie is binnen een ministerie”, zegt voorzitter Nico van Ruiten van LTO Glaskracht Nederland. De glastuinbouwvoorman ziet in een nieuw kabinet liever een volwaardig landbouwminister terugkeren. „Het belang van de agrarische export voor de Nederlandse economie is groot en moet daarom in de persoon van een zelfstandig landbouwminister vertegenwoordigd zijn in de ministerraad.”

     

    Toen het eerste kabinet Rutte in 2010 aantrad en Landbouw onderdeel maakte van het ministerie van EZ, had Van Ruiten daar geen problemen mee. Ook zijn voorganger, Frans Hoogervorst, maakte nooit een geheim van zijn opvatting dat de glastuinbouwbelangen bij EZ in goede handen zouden zijn. Nu Van Ruiten echter na twee kabinetten-Rutte de balans opmaakt, moet hij vaststellen dat hij er nu anders over denkt. „Landbouw bij EZ is me tegengevallen. Noem het voortschrijdend inzicht. Met de Brexit, de opkomende nationalistische gevoelens die Trump verspreidt en de muurtjes langs grenzen, zal alles op alles gezet moeten worden om voldoende markttoegang te houden in het buitenland en om onnodige fytosanitaire belemmeringen en importheffingen te voorkomen. Daarvoor is een krachtige vaandeldrager nodig die de Nederlandse agrarische exportbelangen behartigt.”

     

    Van Ruiten is niet de enige die weer een landbouwminister wil. Partijen als PvdA, CDA, CU en SGP pleiten er ook voor, waarbij sommige partijen het geen landbouwministerie noemen, maar een ministerie van Voedsel en Groen. Is Van Ruiten niet bang dat bij zo’n ministerie de sierteeltbelangen ondersneeuwen? „Nee, dat ben ik niet. Dan zeg ik: ’What’s in a name?’ Vroeger hadden we een ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Dat behartigde de sierteeltbelangen prima. De sierteelt heeft een enorm exportbelang en maximale toegevoegde waarde en dat wordt ook onderkend door politiek Den Haag. Het gaat er om dat er voor de glastuinbouw aanspreekpunten zijn en er gericht beleid is voor de sector. Dus wat mij betreft, komt er een minister van Landbouw, Natuur en Platteland.”

     

    MORGEN IN DE BLOEMISTERIJ: EEN GROOT INTERVIEW MET NICO VAN RUITEN