Discussie over precisielandbouw

In de akkerbouw is rijden met RTK-GPS de standaard aan het worden en ook het werken met bodem- en gewassensing wordt steeds vaker toegepast voor het gerichter uitvoeren van gewasbehandelingen. Voor veel boomkwekers blijkt precisielandbouw echter nog een ver-van-hun-bedshow.

Heeft het zin om je gewas te monitoren door middel van sensoren en camera’s? Wat kun je met data die je hiermee verzameld? Is er een toekomst voor drones in de boomkwekerij? Vragen waar nog geen duidelijk antwoord op kan worden gegeven, zo bleek tijdens de bijeenkomst van Praktijknetwerk Duurzame bestrijding ziekten, plagen en onkruiden in Heerde.

Op kwekerij De Buurte in Oene, waar de bijeenkomst werd gehouden, is sinds dit jaar een trekker uitgerust met gewassensoren die waarnemen hoeveel bladgroen er is en welke hoogte het gewas heeft. Iedere keer dat de trekker door het gewas rijdt voor een gewasbehandeling, verzamelen de sensoren data die wordt opgeslagen. Wat het bedrijf met deze data kan, is nog echter nog onduidelijk. „De techniekontwikkeling gaat snel en we zijn ervan overtuigd dat we op termijn bepaalde informatie uit deze data kunnen halen”, vertelt Eelco Nijhof. Maar de basis ligt volgens Nijhof eerst bij het verzamelen van data.

In het praktijknetwerk Precisielandbouw waar WUR bij betrokken is, heeft onderzoeker Ton Baltissen bodem- en gewasscans met drones laten maken van percelen van De Buurte. Baltissen legt tijdens de bijeenkomst uit wat voor data dit oplevert. Over wat een kwekerij hiermee in de praktijk mee kan, is echter discussie. Ook Baltissen heeft daar nog niet gelijk een pasklaar antwoord op. „Vooralsnog kijken we wat de mogelijkheden zijn. Vanuit de akkerbouw is er al de nodige ervaring opgedaan, maar ook daar staat de ontwikkeling nog in de kinderschoenen. In de boomkwekerij moeten we kijken welke middelen en technieken mogelijkheden bieden.” Kwekers op de bijeenkomst lijken vooralsnog sceptisch te staan ten opzichte van het nut van de technische mogelijkheden. Vooral de diversiteit van het sortiment op een gemiddelde kwekerij en de geringe bedrijfsomvang lijken daarbij de beperkende factoren.