Eikenprocessierupsen zeer vroeg uit eitjes gekropen

    Al op 31 maart kwamen de eerste eikenprocessierupsen uit het ei. De eerste brandharen en daarmee de overlast worden half mei verwacht. Dat meldt Kenniscentrum Eikenprocessierups op de website Naturetoday.

    De rupsjes waren gezien in het insectenproefstation in Mill, Noord-Brabant en op 1 april ook in het eikenprocessierupsproefstation in Dieverbrug, Drenthe. De hoge temperaturen in februari en extreem hoge temperaturen in maart hebben voor de snelle ontwikkeling gezorgd. In vrijwel het hele land zullen nu de eerste rupsen uit de eitjes kruipen.

    In het zuiden van Nederland ontplooien de eerste eiken hun bladeren, waarmee voldoende voedsel beschikbaar komt voor de rupsen. Op basis van de temperatuurontwikkeling is de verwachting dat rond 20 april de helft van de eiken hun eerste bladeren heeft ontplooid. Dat is twee weken vroeger dan normaal, maar vergelijkbaar met het gemiddelde van de afgelopen 15 jaar.

    Succes afhankelijk van weer

    Op basis van het temperatuursommodel is de verwachting dat de eerste brandharen omstreeks 13 mei zullen verschijnen. De weersomstandigheden in de komende weken bepalen echter in belangrijke mate het succes van de eikenprocessierupsen. Een koud en nat voorjaar is ongunstig voor de rupsen, een warme periode zoals we in de afgelopen periode in Nederland hebben gehad is juist goed voor hun ontwikkeling.

    Hoge temperaturen zorgen er bovendien voor dat er sneller veel meer soorten rupsen verschijnen, waardoor vogels zoals koolmezen en spreeuwen en andere predatoren meer keuze hebben en minder eikenprocessierupsen verorberen.

    Overlast

    De mate van overlast wordt veelal bepaald door de mate van verblijf van mensen in de omgeving van aangetaste eiken. In 2016 bleef de overlast beperkt. Het werd toen pas in de derde week van juli mooi weer. Op dat moment waren de eikenprocessierupsnesten kleiner van formaat en hadden zich vooral hoog in de bomen ontwikkeld, en dus minder dichtbij de mensen.

    Bestrijding

    Op plaatsen waar een hoge plaagdruk wordt verwacht kunnen rupsen preventief bestreden worden door het spuiten van bacteriepreparaten of nematoden. Gedurende de eerste vier tot zes weken na het verschijnen zijn de rupsen het meest gevoelig voor bestrijding. Zodra rupsen brandharen krijgen is preventief spuiten niet meer effectief. In 2014 was de derde vervelling op 16 mei bereikt. We kunnen aannemen dat ook 2017 een snelle ontwikkeling zal laten zien, waardoor de periode van preventieve bestrijding mogelijk kort zal zijn.

     

    Beeld Henry Kuppen

    guest
    0 Reacties
    Inline feedbacks
    Bekijk alle reacties