Steekproef NVWA: Bollenteler beschermt gewas zorgvuldiger

    Telers van bloembollen waren in 2018 zorgvuldiger bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen dan in 2014. Een zogeheten nalevingsmeting van de NVWA leert dat het percentage bloembollentelers dat zich aan de regels houdt, steeg van 55% naar 89%. Siertelers presteren vergelijkbaar, blijkt uit een veel kleinere steekproef.

    Voor de nalevingsmeting heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) bij 295 bloembollentelers inspecties uitgevoerd om te kijken of telers zich hielden aan de regels voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Dit is bij 18% van de doelgroep. Het ging om aselecte inspecties waarbij er een evenredige verdeling was per bloembolgewas, gebaseerd op het areaal en aantal telers. Er zijn 168 grond- of gewasmonsters, 64 bollenmonsters en 40 vloeistofmonsters van het dompelbad genomen. Daarnaast zijn er 21 toepassingsinspecties uitgevoerd.

    Op 189 van de 295 bedrijven met afgeronde bedrijfsinspecties zijn geen afwijkingen aangetroffen. Dat is bij 64% van de bedrijfsinspecties. Van de bezochte bedrijven kreeg uiteindelijk 11% (31 bedrijven) in 2018 een boete.

    Vooral fouten met herbiciden

    De verbetering in naleving is vooral zichtbaar in het gebruik van niet in de teelt toegelaten herbiciden, ofwel onkruidbestrijdingsmiddelen. In 2014 was dit aspect goed voor 76% van de opgemaakte boeterapporten. In 2018 daalde dit tot 42%. Ondanks deze daling werden de meeste overtredingen nog steeds op het gebied van onkruidbestrijding geconstateerd.

    Formaldehyde nog steeds gevonden

    Uit de inspecties blijkt dat formaldehyde nog steeds wordt toegepast in de bloembollen terwijl dit middel sinds 2013 niet meer toegelaten is als gewasbeschermingsmiddel. Daartegenover staat dat de sector inspanningen heeft geleverd om tot alternatieven voor het gebruik van formaldehyde te komen. Dit heeft ervoor gezorgd dat in 2018 een aantal vrijstellingen zijn afgegeven voor het gebruik van in situ gegenereerd chloor. Tijdens inspecties is het gebruik van dit middel als alternatief voor formaldehyde enkele keren geconstateerd.

    Communicatie vooraf 

    De NVWA heeft in 2017, voorafgaand aan de controles, in samenwerking met de Koninklijke Algemene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB), diverse communicatiemiddelen ingezet om de naleving te stimuleren.

    Meerderheid ‘Sierteelt buiten’ werkt volgens de regels

    In de factsheet Domein gewasbescherming 2018, staan ook de nalevingsindicaties voor ‘Sierteelt buiten – boomkwekerij, vaste planten en bloemisterij’, ‘Groenten onder glas’ en ‘Grondwaterbeschermingsgebieden’.

    Het nalevingsniveau in de groep ‘Sierteelt buiten – boomkwekerij, vaste planten en bloemisterij’ in de periode 2016-2017 was 82%. Dit is vergelijkbaar met de periode 2009-2011. Ook het nalevingsbeeld tussen de gewasgroepen is vergelijkbaar met voorgaande metingen. Op 25% van 28 gecontroleerde sierteeltbedrijven ‘buiten’ zijn middelen gebruikt die niet zijn toegelaten in de (onbedekte) teelt of geen toelating (meer) hebben in Nederland. Het ging hierbij 43 keer om een herbicide, 33 keer om een fungicide, 26 keer om een insecticide en 3 keer om een groeiregulator.

    Twee sierteeltbedrijven onder glas gecontroleerd

    De groep ‘sierteelt onder glas’ classificeert de NVWA onder de doelgroep ‘hoog risico’ door de intensieve gewasbescherming en de geconstateerde niet-naleving. Toch is er in 2018 slechts 2 bedrijven gecontroleerd op het naleving van de regels voor gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De NVWA stelt dat zij nog niet alle data verwerkt heeft en naast monitoring van de situatie ook gericht acteert op basis van onvoldoende naleving, meldingen en andere signalen.

    guest
    0 Reacties
    Inline feedbacks
    Bekijk alle reacties