Voorjaar

    Nu de dagen weer langer zijn dan de nachten begint de natuur weer te ontwaken.

    Het is een lange koude winter geweest. Afgelopen 50 jaar was het alleen in 1976 en 1993 kouder. Maar rond 15 maart komen trouw de vogels weer terug uit het warme zuiden. Eerst de goudvinken, daarna de kievieten en dan komen 60.000 tundra zwanen voorbij op doortocht naar het hoge noorden. Dat is een jaarlijks spektakel met grote aantallen zwanen in stoppelmaisvelden en in open water. In de lucht zie je ze in hun typische V-formatie en maken ze een kabaal van jewelste.

    Ook de bomen gaan weer langzaam ontluiken. Als eerste gaat in maart het sap stromen van de ’sugar maple’-bomen. Dat sap wordt afgetapt en opgevangen. Het wordt ingekookt, in flessen verpakt en als schenkstroop verkocht. Maar het duurt nog tot begin mei voordat de bomen weer groen beginnen te worden. De knoppen zwellen langzaam en als het dan begint te regenen barst ineens alles uit. Rond die tijd komen ook de crocussen, narcissen, tulpen en hyacinten allemaal tegelijk in bloei. Het hele voorjaar duurt gemiddeld drie weken. Daarna gaan we direct over in de zomer. Maar zover is het nog lang niet. We wachten voorlopig vol spanning op elke kleine verandering.

    In de kas laten de plagen zich weer voorzichtig zien. We zijn gelukkig schoon de winter doorgekomen. Het afgelopen najaar hadden we vooral moeite om echinotrips eronder te krijgen. We zitten niet dicht bij andere kassen (10 km), dus plagen via de buren krijgen we niet. Als er al wat binnen komt is dat met stekmateriaal van derden. Maar het meeste uitgangsmateriaal maken we zelf. De enige plaag waar we voortdurend op bedacht moeten zijn is bemisia in de hibiscus. Gelukkig houdt Amblyseius swirskii de bemisia er goed onder.

    Toen we tien jaar geleden bezoek kregen van een Nederlandse scherminstallateur, konden we veel zaken vergelijken: zonneschermen, energieschermen, klimaatregeling. Maar toen wij zeiden dat we ook weleens stilstonden om naar de vogels te kijken, vond hij dat onbegrijpelijk. Van vogels kun je toch niet leven. Blijkbaar hebben we ze wel nodig, want we genieten er elk jaar opnieuw van als ze na de lange winter weer terugkomen.

    Angelle van Kleef is hibiscusteler in Ontario