Wat is er mis met het werk op een farm in Colombia?

    Je zou maar vijf dagen per week op een bedompt kantoor slijten of doorbrengen in een lichtloze ruimte als een fabriek. Ik zou het wel weten als ik in Colombia geboren zou zijn. Ik werkte heerlijk op een bloemenfarm, ergens op de groene heuvels.

    Vandaag werden we verrast door een prachtig optreden door een kinderorkest. Het was op de kwekerij Rosamina ergens in de heuvels ten noorden van Bogota. Prachtige omgeving. De meisjes van het koor zijn verlaten, kansarm of ouderloos en worden ondersteund door de Santa Maria Foundation. Doel van de stichting is om de kleine dames te veranderen in goed ontwikkelde, goed opgeleide vrouwen met zelfvertrouwen en hoge waarden.

    Zaten we daar in een zaaltje naar het geluid van cello’s, violen en dwarsfluiten te luisteren. Het was ontroerend. Knap dat de meisjes, die per instrument les krijgen, samen zo mooi muziek kunnen maken. Dit alles kwam ook door de inspanningen van een dirigente die vijf maanden met de meisjes bezig is geweest. Vroeg me wel af wat de impact van zo’n hysterisch gebarende dirigente is tijdens een optreden. De meisjes gunden haar geen blik waardig en hadden meer oog voor de bladmuziek. Maar dat terzijde.

    Ik sprak met de eigenaar van Eli Perez, die negen jaar geleden startte met protea, leucadendron en pink cushion. Daarvoor teelden hij en zijn vader roos. Aan het eind van dit jaar heeft hij 42 ha productie en geen rozen meer. Veel van zijn bloemen gaan naar Nederland, naar OZ Import. Veel ook naar de VS.

    Perez vertelde dat hij zonder de mensen die op zijn kwekerij werken niets is. Onder meer daarom probeert hij ze en de buurt rond het bedrijf zo goed mogelijk te behandelen. Hij investeert onder andere in de omgeving van Rosamina en ondersteunt een stichting in Bogota die verslaafde mensen helpt.

    Perez probeert de mensen ook op te leiden, ook om te zorgen dat het verloop op de kwekerij laag is. Want dat is nogal een probleem in Colombia. Mensen hoppen makkelijk naar een ander job. De industrie in Bogota verplaatst zich naar de buitengebieden van de stad en mensen gaan daar werken omdat ze meer geld kunnen verdienen.

    De president van Proflora, Fernando Fonseca, vertelde me later vandaag op de beurs dat het niet moeilijk is om aan werknemers te komen, maar dat het moeilijk is om ze te houden.

    Bij Rosamina is dankzij al de inspanningen het verloop niet zo groot, aldus Perez. „Het helpt als je ze rechtvaardig behandelt.” Zijn sociaal verantwoordelijkheidsgevoel is groot.

    De farm van Perez ligt op de heuvels. Hoe hoger we kwamen hoe mooier het uitzicht over de groene omgeving werd. Wat opviel was dat het enige geluid dat we hoorden het fluiten van vogels was. Heerlijk ook die buitenlucht. Om nou voor een paar rotcenten meer in de industrie te gaan werken. Of op kantoor in de stad.

    Wat wil je nog meer als je op een farm werkt vroeg ik me af toen we in het busje terugreden naar Bogota stad. Het verkeer bewoog zich tergend langzaam voort. Allemaal idioten die zo nodig naar de stad moeten. Motoren wrongen zich met gevaar voor eigen leven tussen de auto’s door. Uitlaatgassen belemmerde het zicht door de raampjes. Ik zou het wel weten als ik in Colombia op het platteland geboren was. Ik werkte in de groene heuvels. Op een farm.

    Arie-Frans Middelburg

     

     

    guest
    0 Reacties
    Inline feedbacks
    Bekijk alle reacties