Nieuwe Green Deal bosplantsoenketen: nu of nooit

    Een jaar geleden zou de nieuwe Green Deal ’Geschikt plantmateriaal voor een klimaatbestendig bos, natuur en landschap’ worden ondertekend door alle betrokken partijen, maar het is nog steeds niet gebeurd. Hoe komt dat?

    De nieuwe Green Deal staat gepland als het vervolg op de afgelopen Green Deal ’Weet welk plantmateriaal je (ver)koopt’ die onder andere heeft geleid tot de opzet van de ketencertificering Naktuinbouw Select Plant Bosplantsoen. In die Green Deal hebben alle schakels in de keten ook afgesproken dat ze zich allemaal inzetten voor kwaliteit op de eindplek: de herkomst van het uitgangsmateriaal moet in de Rassenlijst Bomen staan.

    Maart 2018 zou de nieuwe Green Deal worden ondertekend, maar dat liet toen nog op zich wachten vanwege enkele redenen: er zaten nog haken en ogen aan de technologie achter de ketencertificering, het aantal afnemers als deelnemer moest nog groeien. En er moest een businessmodel worden ontwikkeld om de zaadgaarden in stand te houden.

    Veel zaadgaarden in Nederland zijn van Staatsbosbeheer. Die beheert ook de genenbank met autochtone herkomsten in Roggebotzand; deze is gerealiseerd met financiering vanuit de Rijksoverheid. De financiering wordt echter afgebouwd, omdat de overheid wil dat de markt dit overneemt. Daarom is dus een businessmodel nodig.

    Het opstellen van een realistisch en haalbaar model is echter niet eenvoudig, omdat de genenbank ook een publiek belang dient. Daarnaast heeft Nederland internationaal afgesproken om de biodiversiteit (dus het genetisch materiaal) in stand te houden. En er is nog een andere belangrijke reden, aldus Jos Jansen, voorzitter van de stuurgroep van de Green Deal: „De markt voor bosplantsoen is erg moeilijk in te schatten en verder sterk afhankelijk van een aantal condities die via de Green Deal gerealiseerd moeten worden.”

    Een jaar geleden was Jansen ervan overtuigd dat de nieuwe Green Deal zou doorgaan. Alle partijen in de stuurgroep hadden het concept voor het akkoord namelijk al goedgekeurd, en het was ook al juridisch gecontroleerd.

    Het afgelopen jaar hebben echter enkele partijen, waaronder de LTO Vakgroep Bomen en Vaste planten, twijfels geuit over de haalbaarheid van het businessmodel, aldus Jansen. Volgens de voorzitter heeft dat vooral te maken met de genoemde inschattingen over een businessmodel, om het uitgangsmateriaal uit de genenbank via dat model in de markt te zetten. „De onzekerheden en risico’s blijven groot, vooral ook door de afhankelijkheid van diverse condities”, aldus Jansen. De stuurgroep wenst bijvoorbeeld het gebruik van gecertificeerd plantmateriaal verplicht te stellen bij de huidige subsidieregelingen in Nederland, in dit verband met name het Subsidiestelsel Natuur en Landschap van de provincies.

    Een ander punt van aandacht blijft volgens Jansen de positie van Staatsbosbeheer die bijzonder is. De grootste bos- en natuurterreinbeheerder van Nederland is namelijk (als zelfstandig bestuursorgaan) onderdeel van de overheid, levert zaad uit eigen bronnen, laat het opkweken door kwekers, en is ook afnemer van bosplantsoen.

    Die positie is nooit anders geweest, en Staatsbosbeheer moet als zelfstandig bestuursorgaan ook zijn eigen broek ophouden (wat met name door de verkoop van hout uit eigen bossen gebeurt). „Maar die positie maakt het nu wel lastig.”

    Jansen gaat nu eerst met de meest betrokken partijen aan tafel. Dat zijn volgens hem in ieder geval de LTO Vakgroep en Staatsbosbeheer. „Het zal een ultieme poging worden”, zegt de voorzitter, doelend op eerdere kwesties tussen beide partijen uit het verleden. „Anders zie ik geen mogelijkheden meer voor een tweede Green Deal.”

    De voorzitter wil vervolgens ook zo snel mogelijk aan tafel met de Rijksoverheid en met name het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, die in de Green Deal als eerste namens de Rijksoverheid optreedt. Andere betrokken ministeries zijn Economische Zaken en Klimaat; Infrastructuur en Waterstaat.

    De positie van Staatsbosbeheer is wel divers, maar ook de overheid speelt verschillende rollen: als opdrachtgever van beplantingsprojecten, als publiek verantwoordelijke voor de genenbank, en als subsidiegever bij beplantingen door andere partijen. „De overheid moet meer geld beschikbaar stellen: aan beplantingen, aan de ketencertificering waarin de sector al veel geld heeft gestoken. En aan de uitvoering van een nieuwe Green Deal.”

    Alle seinen voor meer bossen en andere beplantingen staan nu op groen, aldus Jansen, verwijzend naar ontwikkelingen rondom het Klimaatakkoord en het Actieplan Bos en Hout. Actie is ook noodzakelijk gezien de ontwikkeling van bepaalde ziekten en plagen, zoals essentaksterfte. „Maar meer groen moet nu wel gebeuren. Het kernwoord is vertrouwen: dat moeten alle partijen wel hebben in elkaar.”

    Proceed to read this article?

    Your benefits

    • Access to premium articles
    • Our weekly newsletter
    • Six times a year a digital magazine on myfloribusiness.com
    • On all mobile devices and on the web.
    guest
    0 Reacties
    Inline feedbacks
    Bekijk alle reacties