Hoe ziet kringlooptuinbouw volgens minister Schouten eruit?

    Landbouwminister Schouten heeft op 8 september haar visie ’Landbouw, Natuur en Voedsel: Waardevol en Verbonden’ gepresenteerd. Ze wil een omslag naar een kringlooplandbouw in 2030. Hoe ziet de bewindsvrouw zich dat voor zich in de tuinbouw zowel in bedekte als onbedekte teelten?

    Glastuinbouw

    De Nederlandse glastuinbouw heeft al veel kenmerken van een circulair systeem waarbij nog verdergaande stappen kunnen worden gezet in onder meer het verbeteren van waterkwaliteit en van duurzame energievoorziening.

    In een circulaire kas worden, zo efficiënt mogelijk, voedselgewassen en sierproducten geteeld zonder emissies naar bodem, water en lucht, wordt zo min mogelijk water gebruikt en wordt zo veel mogelijk klimaatneutraal geproduceerd. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van aardwarmte en restwarmte uit andere sectoren. CO2 wordt uit de lucht gehaald of afgevangen door industrie en hergebruikt in de kas.

    Nauwe samenwerking in de ketens en regio’s (greenports), de mogelijkheid om in gesloten systemen dichtbij de consument te produceren en een groot innovatief vermogen vormen een goede basis om maatschappelijke uitdagingen het hoofd te kunnen bieden. Het benutten van deze kennis in het buitenland, bijvoorbeeld voor het voeden van megasteden, zal verder worden versterkt.

    Vollegrondstuinbouw

    Voor de plantaardige teelten betekent kringlooplandbouw dat steeds nauwkeuriger geteeld wordt naar draagkracht van de bodem en met uitgekiende bouwplannen, bemesting op maat en preventie van ziekten, plagen en onkruiden. Precisielandbouw met behulp van moderne veredeling, sensortechnologie en robotica gaat hierbij helpen. Er zijn veelbelovende nieuwe initiatieven met betrekking tot strokenteelt, agroforestry en permacultuur.

    Daar waar gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, is dit conform de principes van geïntegreerde gewasbescherming, nagenoeg zonder emissies naar het milieu en zonder residuen. Veredeling, preventie, goed bodem- en waterbeheer, inzet van biologische plaagbestrijders en inzet van laagrisico-middelen maken onderdeel uit van een geïntegreerde aanpak. Onkruidbestrijding gebeurt in principe met mechanische of ecologische technieken. De inzet van chemische middelen geldt als laatste (precisie)ingreep.

    Een analysen op de visie van Schouten is vrijdag 14 september te lezen in de Bloemisterij.

    guest
    0 Reacties
    Inline feedbacks
    Bekijk alle reacties