Dat landschap kunnen we maar beter afschaffen.. De man zegt het niet zomaar. Ik ben op Oerol op Terschelling, met straattheater, muziek en landschapskunst.
Op een druilerige avond staan we voor de voorstelling TAAT bij een houten paviljoentje op het strand. Nou ja, voorstelling, het is meer een experiment. Wat is écht? De virtuele wereld van de social media vervangt real life. De echte wereld, met echte mensen en echte ruimtes, doet er steeds minder toe. Vandaar die zin: dat landschap kunnen we beter afschaffen..
Alle aanwezigen krijgen een handleiding in de handen gedrukt. We gaan een gemeenschap bouwen. In het paviloen nemen we zwijgend posities in die te maken hebben met macht, geborgenheid en uitsluiting. In de handleiding staat dat we oogcontact moeten maken en iedereen doet braaf mee. Woordeloos.
Normaal gesproken ben ik niet zo braaf bij dit soort dingen. Eerder recalcitrant. Maar ik merk dat ik fanatiek meedoe. In de handleiding staat de opdracht om naar die plek in het paviljoen te gaan die uitsluiting uitdrukt. Ik twijfel geen moment en begeef me naar de buitenkant van het gebouwtje. Bijna iedereen kiest de tuin als plek om uitsluiting uit te drukken. Dat geeft te denken..
Op de vraag of wat hier gebeurt echt is of een spel ben ik minder stellig. Natuurlijk conformeer ik me aan een spel, maar het oogcontact is toch écht echt, de strijd om de macht idem dito. Heel anders dan al dat virtuele gedoe op social media. Volgens mij is dit zelfs echter dan echt. Dit is hoe gemeenschappen functioneren. Als ontwerper van de buitenruimte ben ik verbaasd hoe een simpel paviljoentje gemeenschapszin borgt. Daarbij is architectuur, hoe ruimtes zich tot elkaar verhouden, essentieel.
Wat ik leuk vind, is dat aan het eind iedereen nog even napraat, vol van verwondering. In de tuin. Dat stemt me tevreden. De regen trekt weg, het laatste licht schijnt over het strand en de kade. We zijn het erover eens. Het landschap? Niet afschaffen!