‘Gemeenten moeten nu kiezen voor bestrijdingsmethode’

Gemeenten die nog niet chemievrij onkruid bestrijden, moeten zo snel mogelijk laten weten wat ze in 2016 gaan doen. Die boodschap klonk woensdag tijdens de bijeenkomst over het verbod op chemische middelen die door VHG, Cumela, Stadswerk en BSNC werd georganiseerd op de Dag van de Openbare Ruimte.

De centrale boodschap tijdens de bijeenkomst was dat het verbod op chemische onkruidbestrijding er hoe dan ook komt. Gemeenten die nu nog niet klaar zijn, moeten een flinke inhaalslag maken.

Kosten
Hans Kool van de gemeente Culemborg vertelde dat in zijn gemeente al twaalf jaar niet-chemisch onkruid wordt bestreden. In de loop der jaren zijn de kosten voor bestrijding gedaald van 16 naar 7 cent per m2. Volgens Kool is het belangrijk om langjarige contracten met aannemers af te sluiten. „Dit zorgt voor meer betrokkenheid.”

Gemeenten moeten ook goed gaan kijken hoeveel areaal ze precies hebben. Een handig instrument hierbij is de wegenlegger. Verder moeten gemeenten goed kijken wat het beste past qua techniek.

Wetboek
Advocaat Sander van Meer van Cumela stelde de vraag of een contract kan worden stopgezet als de wet op gewasbescherming wijzigt. Van Meer legde aan de hand van het Burgerlijk Wetboek uit dat een verandering in wetgeving niets verandert aan lopende contracten. Wel kan het zijn dat werk anders moet worden uitgevoerd, of dat contracten worden herzien.

Capaciteit
Peter van de Haar van de Van de Haargroep stelde dat bedrijven wel capaciteit moeten vrijmaken voor gemeenten die nog op chemievrij gaan overstappen in 2016. Aan de gemeenten gaf hij de boodschap om zo snel mogelijk duidelijk te maken voor welke methode ze kiezen en welk budget er voor beschikbaar is.

Geschat wordt dat zo’n 15% van de Nederlandse gemeenten zich nog helemaal niet hebben voorbereid op een verbod op chemische onkruidbestrijding.

De wijziging van de wet op onkruidbestrijding verandert niets aan lopende contracten, aldus Cumela-advocaat Sander van Meer.