Gewasbescherming: wie betaalt de rekening?

    Ziekten en plagen zijn in 2030 nog aanwezig in het gewas, mede door klimaatverandering en toenemende fytosanitaire eisen. Het stond onlangs in het vakblad. De Topsectoren Agri & Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen stellen dat een systeemaanpak van ziekten en plagen de toekomst is.

    Bijsturen blijft nodig, maar dan met minimale input die slim wordt ingezet in plaats en tijd. Het natuurlijk evenwicht moet zo min mogelijk worden verstoord. De overschakeling naar systeemaanpak van ziekten en plagen kost het agrarische bedrijfsleven tot 2030 zo’n €750 miljoen, berekenden de topsectoren.

    Gewasbescherming kost veel geld. Neem chrysant. Nederlandse telers geven jaarlijks samen minstens €20 miljoen uit om hun chrysanten vrij te houden van ziekten en plagen. Dat bedrag stijgt nog steeds, vooral omdat trips bestrijden heel complex is. Om die reden dreigt de pilot omtrent systeemaanpak in chrysant niet van de grond te komen. Wat nu?

    In Vakblad van week 11 zetten we de laatste ontwikkelingen omtrent geïntegreerde gewasbescherming op een rij. Een producent vertelt dat het steeds vaker gaat om een zo breed mogelijk pakket aan biologische hulptroepen, correctiemiddelen en methoden als mass-trapping. En dat pakket is in ontwikkeling. Nieuwe bestrijders, verbeterde recepturen en aangepaste strategieën. Niet alleen omdat je ziekten en plagen ‘op de oude manier’ niet meer kan aanpakken. Concurrentie om de omzet in gewasbescherming maakt toeleveranciers actiever dan ooit. Gaat het weer om geld.

    Volgens de topsectoren zijn de genoemde investeringen terug te verdienen. Vooralsnog blijft gewasbescherming behoorlijk lastig. Soms werkt iets, soms niet. Een kwestie van kennis en ervaring opdoen. Maar wie gaat dat betalen?