‘Meer groen voor minder geld’

Onderhoudsarm Openbaar Groen staat of valt bij een goede grond en goed uitgangsmateriaal. Dat bleek op vakbeurs GrootGroenPlus uit de ’rond de groene tafel’ sessie rond dit onderwerp.

De Nederlandse kwekers Peter Vanlaerhoven (Lowgardens) en Pierre Domen (Lodders Boomkwekerijen), Wim Houtmeyers van Kwekerij/plantencentrum Houtmeyers in het Vlaamse Laakdal en Herm Meeuwissen van de Gemeente Cranendonck gaven in een gesprek hun visie op onderhoudsvriendelijk groen.

Houtmeyers was betrokken bij de herinrichting van het groen van een woonwijk in de gemeente Laakdal (zie ook T&L 5, 2012). Voorheen was de grond in de plantvakken slecht. Het gevolg was slechte groei, wortelopdruk en veel ruimte voor afval en onkruid.

Door goede grond aan te brengen, de grond goed te bewerken en in grote dichtheid te planten krijgen onkruid en zwerfvuil geen kans. De onderhoudskosten zijn daardoor omlaag gegaan, terwijl er meer groen is.

Cruciaal voor het succes was de kwaliteit van het uitgangsmateriaal. Houtmeyers knipte bijvoorbeeld 150.000 Carpinus op de kwekerij terug tot 10 cm hoogte. Zo vertakken de planten lager, groeien ze eerder dicht en onderdrukken ze onkruid beter. Uiteraard is het wel van belang om een opdrachtgever te hebben die hier achter staat en bereid is de meerprijs voor zulk plantmateriaal te betalen.

Aannemer moet goed werk leveren
Herm Meeuwissen voegt toe dat je er met goed uitgangsmateriaal en goede grond nog niet bent. De aannemer moet ook goed werk leveren en de grond bijvoorbeeld goed doorspitten. Maar ook volgens Meeuwissen levert een investering in goed plantmateriaal zijn geld uiteindelijk op.

Pierre Domen is ervan overtuigd dat materiaal dat genetisch gezien afkomstig is uit de streek soms weliswaar minder hard groeit, maar sterker is en beter bestand tegen ziekten. Uiteindelijk levert dit een besparing op in de onderhoudskosten. Domen heeft bijvoorbeeld in de afgelopen 15 jaar geen last gehad van bacterievuur in zijn autochtone meidoorn.

Volgens Peter Vanaerhoven kun je prima planten van verschillende herkomsten gebruiken. Hij gelooft meer in plantensociologie. Als planten, ook al komen ze van de andere kant van de wereld, onder vergelijkbare omstandigheden groeien dan kunnen ze prima samen gaan.

Meeuwissen maakt onderscheid tussen toepassingsmogelijkheden in stedelijk gebied en het buitengebied. In het buitengebied kiest hij liever voor inheems, in het stedelijk gebied is er meer ruimte voor experimenten.