Milieuvoetafdruk voor de hele tuinbouw

    De tuinbouw werkt aan een uniforme standaard voor de voetafdruk van tuinbouwproducten geaccepteerd door internationale ketenpartners.

    De tuinbouwsector is niet de eerste sector die ketenbreed werkt aan een footprintstandaardisatie. Ze wil echter ook zeker niet de laatste zijn. Enerzijds omdat ’Brussel’ verlangt dat sectoren een standaard opstellen en anderzijds om vragen uit en eisen vanuit de markt beter te kunnen tackelen. Dat heeft geleid tot de PPS HortiFootprint, waarbij stakeholders uit zowel de sier- als groenteteelt hopen voor 2020 een standaard voor footprintberekening te kunnen lanceren.

    De vraag van consumenten en retailers naar duurzaam geproduceerde tuinbouwproducten neemt toe. Levenscyclusanalyse, of milieuvoetafdrukanalyse, is een algemeen erkende methode om de milieu-impact te beoordelen, te benchmarken en te monitoren. Er bestaat in de tuinbouwsector echter nog geen standaard milieu-footprintberekening.

    Daarom zijn Royal FloraHolland, GroentenFruit Huis en Wageningen Economic Research met inbreng van ketenpartijen een project gestart om zo’n footprint te ontwikkelen in afstemming met Europese ontwikkelingen.

    Neuzen zelfde richting

    Standaardisatie vergt dat neuzen dezelfde richting op staan. Daaraan ontbrak het een lange tijd in de sector (zie kader). Een publiek-private samenwerking (PPS) met financiële inbreng van zowel overheid als bedrijfsleven wil het ijs nog weleens doen breken. Zo ook met de PPS HortiFootprint.

    Gestart is met de voetafdruk van vier gewassen waaronder roos en potorchidee gebaseerd op de methode van Life Cycle Assessment. Als voornaamste milieu-impacts komen naar voren: klimaatverandering, energie- en grondstoffengebruik, waterschaarste, verzuring en overbemesting.

    Milieulastindicator

    Uiteraard worden ook de effecten van gewasbeschermingsmiddelen en andere chemische stoffen meegenomen Daarbij wordt weer aangehaakt bij een andere PPS, namelijk de PPS Milieu indicator gewasbescherming. Dit project moet leiden tot een meetinstrument waarmee op een eenvoudige en eenduidige manier producten van elke individuele teler beoordeeld kunnen worden op de veroorzaakte milieulasten. Daarbij worden zowel de milieulasten van chemische als van niet-chemische middelen meegenomen, waar mogelijk op basis van bestaande middelenregistratie. De meetindicator moet in 2021 beschikbaar komen.

    Uiteindelijk doel

    Het doel van de samenwerking is het creëren van een uniforme standaard voor de voetafdruk van tuinbouwproducten, geaccepteerd door internationale ketenpartners. Deze standaard leidt tot eerlijke en vergelijkbare resultaten van de milieu-footprintberekeningen. Kwekers en ketenpartijen kunnen met de footprintberekening hun bedrijfsvoering verder verduurzamen. De projectpartners streven naar internationale acceptatie van de methodiek. Eind 2019 moet de blauwdruk voor een Europees erkende methodiek gerealiseerd zijn.

    Voor die tijd moeten nog wel enkele hobbels overwonnen worden. Bijvoorbeeld hoe gedetailleerd moet de datavraag rond kunstmest, kasbouw en energieopwekking zijn?

    Dit artikel verder lezen?

    Uw voordelen

    • Profiteer van onze aanbiedingen en ervaar Tuin en Landschap
    • Tweewekelijks ons digitale magazine in je e-mail en/of
    • Ontvang elke twee weken het tijdschrift Tuin en Landschap
    guest
    0 Reacties
    Inline feedbacks
    Bekijk alle reacties