NL Greenlabel richt zich op inkoop duurzaam plantmateriaal

Hoveniers, groenvoorzieners en kwekers die zijn aangesloten bij NLGreenlabel kwamen op 14 mei samen in de Leidse Hortus om het probleem van de beschikbaarheid van duurzaam plantmateriaal te bespreken. Het was de tweede bijeenkomst met dit thema, het grote verschil was dat dit keer ook de kwekers hun verhaal konden doen. Hoewel er maar een man of 20 aanwezig was bij de bijeenkomst, waren het wel grote partijen die zich over het vraagstuk bogen. Aannemers als Snoek en Donkergroen en kwekers als Sempergreen, Griffioen en Lageschaar.

Bij de eerdere bijeenkomst, in januari, werd al geconstateerd dat vraag en aanbod van duurzaam gekweekte boomkwekerijproducten elkaar maar moeizaam weten te vinden. Er werd geconcludeerd dat er een kip of ei discussie gaande was. Kwekers zouden niet voldoende vraag zien naar de (duurdere) duurzame planten en afnemers zagen onvoldoende aanbod en kopen daarom gangbaar plantmateriaal in.

Collectieve inkoop lastig
De oplossing die als eerste onderzocht werd was collectieve inkoop. Als de aangesloten NL Professionals hun inkooplijsten zouden bundelen, zou dat kwekers genoeg vertrouwen moeten geven om te investeren in duurzaam plantmateriaal. Dit bleek echter makkelijker gezegd dan gedaan lichtte Mattijs van Dalen van NLGreenlabel toe. Het was moeilijker dan voorzien om de lijsten te bundelen. Enerzijds omdat de lijsten in allerlei vormen en formaten worden aangeleverd, maar vooral omdat aannemers nu nog niet weten wat ze volgend jaar of het jaar daarop zullen inkopen.

Input kwekers
Kwekers kregen de gelegenheid om in een korte pitch uit te leggen hoe zij met duurzaamheid omgaan. De input van de kwekers scheen een nieuw licht op de zaak. Veel kwekers gaven aan allerhande maatregelen te nemen om zo duurzaam mogelijk te kweken, maar dat zodanig werken dat een SKAL bio keurmerk verkregen wordt, praktisch niet haalbaar is.

Jasper Helmantel van Cruydthoeck en De Heliant bijvoorbeeld, gaf in een videoboodschap te kennen dat zijn bedrijven veel doen voor de natuur en biodiversiteit. De kwekerij is deels omgeven door een haag met bloeiende struiken, er worden geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt en geen kunstmest.

Toch heeft de kweker geen SKAL certificaat. Dat heeft er onder meer mee te maken dat biologische en niet biologische planten niet in één schuur verwerkt mogen worden, wat de overstap naar certificering bemoeilijkt. Ook moet de herkomst van zaden traceerbaar zijn naar een biologische oorsprong. Bij zaden die in het wild verzameld worden is dat per definitie onmogelijk.

Andere kwekers hebben weer andere uitdagingen. Aad Vermeer bijvoorbeeld, die sedummatten kweekt voor op daken, kan moeilijk aan personeel komen om onkruid te wieden. „We wieden zoveel mogelijk handmatig, ook veel meer dan andere sedumkwekers, maar soms ontkomen we niet aan chemische onkruidbestrijding omdat we gewoonweg het personeel niet kunnen krijgen.”

Het is op deze manier moeilijk voor hoveniers en groenvoorzieners om precies in te schatten hoe duurzaam kwekers bezig zijn. Wat betekent „We gebruiken zo min mogelijk middelen” immers, als je als afnemer de bedrijfsvoering en kweker niet persoonlijk kent? „We kunnen niet iedereen op zijn blauwe ogen geloven, we hebben ook een verantwoordelijkheid naar onze opdrachtgever”, merkte Elwin de Vink van Donkergroen hierover op.

Bovendien kan een kweker de nadruk leggen op één of meer aspecten van duurzaamheid waar zijn bedrijf erg goed op scoort en zichzelf zo een heel groen imago geven. En er zijn veel aspecten die in aanmerking komen: Sander Scheper van Sempergreen benadrukte in zijn pitch dat door slimme logistiek duizenden liters brandstof, en daarmee kooldioxide uitstoot per jaar bespaard worden. Laurens Lageschaar van de gelijknamige vasteplantenkwekerij vertelde over zijn jarenlange inspanningen om geschikte afbreekbare kweekpotten te vinden en concurrent Griffioen benadrukt dat er geen bestrijdingsmiddelen worden gebruikt en de planten voor het openbaar plantsoen zonder pot worden geleverd.

Het probleem van deze gang van zaken is dat de oprechte inspanningen van kwekers om zo biologisch, natuurvriendelijk en milieubewust mogelijk te kweken niet te vermarkten zijn en het voor groenaannemers nog steeds ondoorzichtig is.

Certificaten
Natuurlijk zijn er wel certificaten zoals NL Greenlabel Duurzaamheidspaspoort en het Planet Proof (Milieukeur) certificaat, die door diverse van de aanwezige kwekers behaald zijn. Maar die betekenen bijvoorbeeld niet dat er geen chemische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt.

De enige aanwezige kweker die het ’strengste’ SKAL certificaat voor biologische teelt heeft, is Huiberts biologische bloembollen. John Huiberts echter gaf aan dat de erkenning voor zijn methode om biologisch te werken ’in de handel’ verloren gaat, waardoor de bekendheid bij afnemers maar klein is. Bovendien doet een kwekerij als Cruydt-Hoeck het goed op alle duurzame fronten, maar heeft deze (afgezien van het NLGreenlabel duurzaamheidspaspoort) geen certificaat dat hieraan recht doet.

Een laatste probleem is dat veel hoveniers en groenaannemers graag zaken doen met één of slechts enkele partijen. Hetzij kwekers, hetzij een cash and carry. Zij bouwen met deze leveranciers een vertrouwensband op en stappen niet snel over. Aan zowel de kant van de kwekers als van hun afnemers is er echter gevoel van urgentie om zo duurzaam mogelijk te werken. Duidelijk is wel dat er veel obstakels zijn om producent en klant bij elkaar te brengen. NLGreenlabel gaat door met dit thema en wil met een ’voorlopersgroep’ van kwekers en afnemers zoeken naar manieren om aanbod en afname van duurzaam plantmateriaal beter op elkaar aan te laten sluiten.

Dit artikel verder lezen?

Uw voordelen

  • Profiteer van onze aanbiedingen en ervaar Tuin en Landschap
  • Tweewekelijks ons digitale magazine in je e-mail en/of
  • Ontvang elke twee weken het tijdschrift Tuin en Landschap
guest
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties