Vewin: ‘Laagrisicomiddelen niet uitzonderen van verbod’

Vewin adviseert om zogenoemde laagrisicomiddelen niet uit te zonderen van het verbod op chemische onkruidbestrijding. Dat schrijft de vereniging van drinkwaterbedrijven naar aanleiding van onderzoek door CLM.

Vewin heeft CLM (Centrum voor Landbouw en Milieu) eerder dit jaar opdracht gegeven om een analyse te maken van de mogelijke risico’s van onkruidbestrijdingsmiddel Ultima voor de waterkwaliteit.

Een van de conclusies van het onderzoek is dat maleïne hydrazide, een van de twee werkzame stoffen van Ultima, een risico vormt voor de afspoeling naar het oppervlaktewater.

Volgens het onderzoek is de beoordeling door het Ctgb van het risico van Ultima voor drinkwaterwinning uit oppervlaktewater onvoldoende. Aangezien maleïne hydrazide langer dan drie jaar op de Nederlandse markt is, heeft het Ctgb bij de toelating van Ultima geen nieuwe berekeningen gemaakt van het afspoelrisico op verhardingen.

Geen overschrijding
In een reactie schrijft ECOstyle, toelatingshouder van Ultima, dat bij een nauwkeurige berekening van de risico’s op afspoeling, geen overschrijding van de drinkwaternorm is gemeten. Volgens ECOstyle is deze informatie door CLM genegeerd en niet meegenomen in het onderzoek.

ECOstyle stelt dat het haar verantwoordelijkheid zal nemen indien blijkt dat Ultima een bedreiging voor het drinkwater vormt. Als het Ctgb het nodig acht de toelating uit te breiden met aanvullend onderzoek over afspoeling van maleïne hydrazide, dan zal het bedrijf hieraan voldoen.