‘Was u nu net nog aan het spuiten pap?’ Het is zaterdag, eind van de middag. De patat staat op tafel. ‘Ja joh,’ zucht ik, ‘ik liep de kas in en toen zag ik opeens weer een paar takken met zwarte luis. Een plaag is het. Gek word ik ervan.’ En chagrijnig, zie ik mijn vrouw denken.
We hadden die week al een paar vakken geoogst waar ze ook in zaten. Eerst dacht ik nog dat het alleen aan de achterkant was. Dat gebeurt wel vaker. Aan de gevel gedijen luizen het best heb ik het idee. Maar tijdens het snijden kwamen we ze ook tegen op andere plekken. En dat is niet fijn. Bovendien, als je een zekere leeftijd bereikt zie je niet zo heel scherp meer. Dat moet toch een raar gezicht zijn, met zo’n leesbril op je neus.
Volgens mijn broer begin ik gewoon te laat met bestrijden. ‘Ik spuit in een eerder stadium en ik heb nergens last van.’ Hij teelt wel een ander soort. Misschien heeft dat er ook mee te maken. Bovendien zijn we deze winter overgestapt op een andere witte matricaria en het lijkt er haast op alsof die luizen aantrekt. Ja, je haalt je van alles in je hoofd als je ergens last van hebt.
Waar het ook mee te maken heeft is het feit dat ik de eerste keer met Plenum spoot. Ik weet het nu zeker. Ze verdwijnen een paar dagen maar na een week komen ze massaal terug. Daar had je met Admire nooit last van. Maar ja, durf dat nog maar eens te gebruiken. Staan ze straks bij jou ook voor het hek te demonstreren, net als bij Monsanto. Dan maar Teppeki. En Actara.
En dat werkt gelukkig wel. Ik merk het de weken erna. De bonenluis legt het loodje en komt niet meer terug, tenminste, niet op die plek. Ik moet wel de vinger aan de pols houden want 2016 lijkt een bijzonder goed jaar voor zwarte luizen. Aan pleksgewijze bestrijding begin ik al niet meer, want dan weet ik zeker dat ze op blijven duiken.
Toch voel ik die andere druk ook toenemen. Dat chemische bestrijding eigenlijk niet meer kan. Dat we over moeten op biologisch. Onder druk van de publieke opinie vooral. Geloof me, ik wil best. Maar laat er dan wel een goed biologisch luizenmiddel bij zitten. Want o, wat kan ik er chagrijnig van worden. Dus voorlopig spuit ik nog. Ik mag het mijn gezin niet aandoen.
Kees van Egmond