Brazilië en het ‘WK 2014-woord’

Komende week ben ik te gast in Brazilië, in Holambra. Op bezoek bij kwekers, Veiling Holambra en Trade Fair probeer ik een beeld te krijgen van het belangrijkste Braziliaanse sierteeltgebied. Ik kijk er al weken naar uit. Ik heb wat met dat land.

Mijn liefde voor Brazilië dateert al weer uit 1982. Het Nederlands elftal kwalificeerde zich niet voor het WK voetbal in Spanje en dan moet je wat als er een maand lang voetbal op tv is. Dan kies je een ander team uit om te supporteren. Dat werd Brazilië.

En daar was ook een goede reden voor. Ik ben voetballiefhebber. Ik houd van mooi voetbal en Brazilië speelde destijds technisch verzorgd en aanvallend voetbal. Show was nog belangrijker dan resultaat destijds voor Brazilië en de ‘Seleção’ swingde dan ook de pan uit. We kregen voetbal voorgeschoteld dat we in Europa niet gewend waren.

Ik herinner me namen al Socrates, Falcao, Eder, Junior, Zico en Cerezo. Waanzinnig getalenteerde spelers met machtig gespierde bovenbenen in veel te nauwe voetbalbroekjes en kanariegele shirts. Ze dansten door de eerste rond met imponerende overwinningen tegen Nieuw-Zeeland, Sovjet-Unie en Schotland.

Maar toen gebeurde er iets vreselijks. In de tweede ronde verloren ze van Italië – je weet wel de ploeg waar je niet van kunt winnen, maar wel van kunt verliezen. Ik was er kapot van.

Nu heeft het Braziliaanse voetbal in de decennia die volgden heel wat van haar glans verloren. Natuurlijk werden ze in 1994 (VS) en 2002 (Zuid-Korea) wereldkampioen met spelers als Romario en Ronaldo. Toch swingde het niet zoals in ’82. Brazilië ging steeds meer Europees spelen, meer gericht op resultaat. Minder leuk om te zien.

Afgelopen WK in eigen land liep uit op een groot drama voor de Brazilianen. Iedereen herinnert zich de halve finale tegen het ontketende Duitsland. Ik weet dat er in diverse landen er woorden zijn die je beter niet de mond kan nemen. Italië heeft het M-woord, Colombia heeft het D-woord. In Brazilië is het denk niet het C-woord, dat verwijst naar de corrupte politici. Nee, het is het ‘WK 2014 woord’.

Ik ga het dan ook niet over voetbal hebben in Brazilië, dat beloof ik ze. Temeer ook omdat je als Nederlander deze dagen maar beter je mond kan houden over de meest belangrijke bijzaak in het leven. We hebben zo onze eigen trauma’s. Wij kwalificeerden ons niet voor een EK waar zo’n beetje heel Europa aan mee deed. En nu kwalificeerden we ons ook niet voor het WK in Rusland. Brazilië is tenminste gewoon weer van de partij. Dus wie ben ik om te beginnen over een 7-1 nederlaag? Niemand.

Tot zover het voetbal. Ik ga naar Brazilië voor de sierteelt. De directeur van Veiling Holambra André van Kruijssen heeft een waanzinnig mooi en intensief programma voor me in elkaar gedraaid. Het zal me in staat stellen om een prachtige verhalen over de sierteelt in Holambra te schrijven. Ik krijg alle ins en outs van de veiling te zien, bezoek talloze kwekerijen en de Trade Fair en retailers. Dagelijks houd ik je op de sites van het Vakblad voor de Bloemisterij en Floribusiness middels een blog op de hoogte van mijn avonturen.

Zo’n programma vraagt nogal wat energie. André drukte me dan ook op het hart dat ik moest zorgen dat mijn conditie op orde was.

Ik schrok toen hij me dat appte. Wanneer was ook al weer de laatste keer dat ik aan sport heb gedaan?

Ik moest er lang over nadenken. Het was zo lang geleden. In 1982. Toen ik met gespierde bovenbenen in een veel te strak zwart broekje en een wit shirt bij VV Naaldwijk tegen een balletje trapte…

Slik…

guest
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties