Bron bruinrot in roos nog niet gevonden

Het is nog steeds niet bekend hoe de bacterie Ralstonia Solancearum de snijrozenteelt in Nederland kon besmetten. De NVWA kan in dit stadium van het onderzoek ook nog geen bronnen uitsluiten.

Negen telers van snijrozen en vier vermeerderaars/veredelaars van dit product kregen vorig jaar te maken met Ralstonia solanacearum (bruinrot). De bacterie heeft een brede waardplantenreeks, maar besmetting in roos was wereldwijd nog niet vastgesteld. Het betrof overwegend jong plantmateriaal van roos dat besmet bleek te zijn met dit quarantaineorganisme.

Het besmette gewas is geruimd en uit voorzorg heeft een aantal bedrijven preventief extra geruimd. De exacte omvang is daarom niet bekend, maar een schatting is 15 ha en vermeerderen was vanaf augustus 2015 enkele maanden niet mogelijk op de bedrijven waar de bacterie is vastgesteld. Inmiddels is telen en vermeerderen van snijroos weer toegestaan op de betreffende bedrijven. Drie bedrijven stoppen met de snijrozenteelt.

De bron van de besmetting is nog niet gevonden. De NVWA onderzoekt de komende tijd nog meer isolaten, uit besmette monsters van roos en van water van de dertien bedrijven waar eerder besmetting is vastgesteld. Omdat het steekproeven betreft, zijn meerdere toetsen over langere periode nodig. Omdat de bacterie het beste gedijt bij hogere temperaturen, wil men zeker tot aanstaande zomer intensief controleren.

Ook onderzoek in Kenia
In de zoektocht naar de bron van de Ralstonia zijn afgelopen maanden alle snijrozenbedrijven in Nederland bezocht. Watermonsters zijn genomen en indien een inspecteur daartoe aanleiding zag, ook plantmonsters. Bij het speuren naar de bron van de besmetting zijn afgelopen jaar ook monsters genomen bij enkele bedrijven in Kenia. In deze monsters is geen Ralstonia solanacearum gevonden.

De controle op uitgangsmateriaal door de NVWA is ongewijzigd. Er is afgelopen jaar ook plantmateriaal uitgeleverd dat niet besmet was met Ralstonia solanacearum. De NVWA doet alleen verder onderzoek naar de herkomst van besmet bevonden partijen. De warenautoriteit is volgens de EU-regelgeving verplicht om alle leveringen in 2015 van de vier besmette rozenvermeerderingbedrijven aan andere EU-lidstaten te melden. De National Protection Organizations (NPPO’s) van de betreffende lidstaten voeren eventueel controles uit in hun lidstaat op de bedrijven die daar leveringen hebben ontvangen.

Andere gewassen dan roos
De NVWA heeft ook onderzocht of de besmettingen in roos en in enkele andere gewassen (in curcuma, tomaat en anthurium uit 2014 en 2015) met elkaar samenhangen. Uit verschillende besmette monsters is het DNA-profiel van het isolaat van de bacterie bepaald. Voor roos ging het om monsters van de eerste drie besmette bedrijven. De eerste resultaten laten een onderlinge verwantschap zien tussen de isolaten in roos, maar geen verwantschap met andere gewassen. Er zijn volgens de NVWA dus geen aanwijzingen voor een samenhang tussen de besmettingen in roos en die in andere gewassen.

Lees meer hierover in het Vakblad voor de Bloemisterij nummer 7 – verschijningsdatum: 19 februari