Glastuinbouw worstelt met krapte op de arbeidsmarkt

Net als in alle agrarische sectoren is ook het aantal werknemers in de glastuinbouw in 2017 toegenomen in vergelijking met 2015. Toch stonden vorig jaar in de glassierteelt 1.840 vactures open, waarvan 28% moeilijk vervulbaar. Dit blijkt uit de Colland-Arbeidsmarktmonitor.

Sinds 2014 wordt iedere twee jaar een uitgebreid Arbeidsmarktonderzoek uitgevoerd in de sectoren die zijn aangesloten bij Colland Arbeidsmarkt. Het rapport geeft een actueel beeld van en solide inzicht in de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in de agrarische en groene sectoren.

Meest opvallende afwijkingen glastuinbouw gehele land- en tuinbouw:

  • Hoog aandeel bedrijven met veel werknemers op de loonlijst.
  • Hoog aandeel bedrijven betreft een besloten vennootschap (bv).
  • Relatief weinig mannelijke werknemers op de loonlijst in vaste dienst.
  • Relatief veel werknemers op de loonlijst met een vast dienstverband zonder startkwalificatie.
  • Werknemers op de loonlijst met een vast contract kennen gemiddeld een korte duur van de werkweek.
  • Hoog aandeel arbeidskrachten die niet op de loonlijst staan.

Opvallende uitkomsten gehele land- en tuinbouw:

  • Er zijn volop vacatures in de agrarische en groene sectoren die echter deels moeilijk vervulbaar zijn. Er is een groeiende druk op de arbeidsmarkt. Alle sectoren merken dat de arbeidsmarkt krapper wordt en dat vacatures voor zowel gespecialiseerde functies als seizoenswerk lastiger in te vullen zijn. De sectoren bieden volop kansen voor werk(zoek)enden.
  • Structureel werkten er in 2017 ruim 210.000 mensen in de totale agrarische en groene sectoren. Als de verschillende piekperiodes worden meegeteld, gaat het om 350.000 mensen.
  • In de leeftijdsopbouw van werknemers zijn grote verschillen per afzonderlijk sector. In de sectoren als geheel werken er ten opzichte van de totale Nederlandse arbeidsmarkt meer jongeren (tot en met 24 jaar) met een vast contract. In tegenstelling tot het heersende beeld, is het aandeel oudere werknemers (55 jaar en ouder) met een vast contract juist lager dan op de Nederlandse arbeidsmarkt als geheel.
  • Iets meer dan de helft van de werknemers met een vast contract (53%) heeft een mbo-opleiding, daarvan 2/3 met een opleiding op niveau 3 of 4. Dat aandeel is hoger dan in de totale arbeidsmarkt in Nederland. Bijna een kwart van de werknemers met een vast contract heeft een vmbo-opleiding. Ook dat aandeel is hoger dan in de totale arbeidsmarkt in Nederland.
  • Onder zelfstandigen (bedrijven zonder structureel werknemers in eigen dienst) heeft een ruime meerderheid (58%) een mbo-opleiding, daarvan heeft 84% een opleiding op niveau 3 of 4.
  • In 2017 heeft 25% van de werknemers een opleiding of cursus gevolgd. Als werknemers geen opleiding of cursus hebben gevolgd, betekent dat niet dat zij zich niet ontwikkelen. Werknemers leren ook in de praktijk op hun werkplek.

 

 

 

 

guest
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties