Hardnekkige plagen rukken op in gerberateelt. Hoe loopt de aanpak?

Wolluis, echinotrips, platte dopluis en rups zijn op veel bedrijven een onwelkome gast. De bestrijding gaat moeizaam. Er worden pogingen ondernomen om ze biologisch aan te pakken, met wisselend resultaat. Vaak is een brede chemische aanpak de enige manier. Daardoor zijn deze plagen een bedreiging voor de geïntegreerde gewasbescherming.

Hoe meer soorten biologische bestrijders er op de tuin zijn, hoe kwetsbaarder het systeem wordt. „Elk beestje is immers weer voor een ander middel gevoelig”, zegt Bert Duijndam (Cropprotection), die een groot deel van het areaal gerbera adviseert over gewasbescherming. „Daarom is het nodig om in systemen te denken.”

Volgens Duijndam zijn wortel-systemische middelen ideaal voor een geïntegreerde aanpak. Bespuitingen leveren namelijk altijd problemen op voor natuurlijke vijanden. „Ook met groene middelen. Die werken voor een kwart, dus je moet alles goed raken en vaak terugkomen. Daarmee spuit je ook de biologische bestrijders kapot. Als je veel gebruik wilt maken van natuurlijke vijanden, dan moet je een systeem kiezen dat daar vriendelijk voor is. Systemische middelen hebben het voordeel dat ze de roofmijten in stand houden. Daar ligt dus de toekomst.”

Foto: Bert Duijndam (Cropprotection) en Klaudia Scheithauer (medewerkster van Koop gerbera) scouten het gewas. Koop Gerbera is er in de winter van 2016 in geslaagd om de trips chemisch aan te pakken en dit in het voorjaar en de zomer verder af te maken met aaltjes en roofmijten.

Het hele verhaal staat vrijdag in het Vakblad voor de Bloemisterij.

guest
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties