Harry van der Zaag: ’De kas als klaslokaal’

Bij jongeren draait veel om beeldvorming en dan heeft de (glas)tuinbouw nog wel enkele verbeterpunten te bewerkstelligen. En kan ze veel leren van andere sectoren. Althans zo denkt Harry van der Zaag erover, directeur Lentiz cursus&consult.

 In zijn functie houdt hij zich bezig met het door laten ontwikkelen van medewerkers, jong en oud. In het geval van jongeren dat ze de overstap naar de tuinbouw maken en zo geboeid raken dat ze blijven plakken, omdat ze de kans krijgen door te groeien. „De glastuinbouw heeft zoveel te bieden, maar dat dubbeltje wil maar niet vallen bij veel jongeren. Prikkel bij jongeren dat ze in de tuinbouw werken aan oplossingen voor actuele maatschappelijke vraagstukken als voeding en gezondheid, klimaatverandering en vooruitstrevende technologie. Dat spreekt meer aan dan het beeld van alleen maar oogsten van bloemen en planten.”

Hybride onderwijs

Om jongeren dat beeld wel te geven, zitten groene opleidingen steeds dichter op de praktijk met allerlei nieuwe vormen van onderwijs. Een voorbeeld is hybride onderwijs dat zich kenmerkt door school en beroepspraktijk fysiek bij elkaar te brengen. „Leerlingen gaan naar de bedrijven, de kas wordt het klaslokaal. Processen worden direct aangestuurd, waarbij dus andere vaardigheden worden geleerd. Vaardigheden waar ondernemers om staan te springen”, legt Van der Zaag uit.

Een goed voorbeeld vindt hij het World Horti Center in Naaldwijk, waar naast het bedrijfsleven en onderwijs ook nog eens onderzoek op één locatie gecentreerd is. „Een hele goede zet van de sector met belangstelling uit binnen- en buitenland over de wijze van samenwerken. Ook wel hard nodig, want als je als onderwijsinstelling niet oppast loop je snel achter de feiten aan.”

Nederlandse cultuur

Dat weinig jongeren op mbo-niveau instromen op de bedrijven heeft volgens Van der Zaag ook te maken met de Nederlandse cultuur dat ouders voor hun kinderen het hoogst haalbare willen. „En in die zin wordt er af en toe denigrerend gedaan over beroepsonderwijs, terwijl veel jongeren zich daarbij thuis voelen en er prima banen in zijn te krijgen. Maar goed, daar kampt niet alleen de tuinbouw mee. Echter, de sterke invloed van ouders in deze levensfase van hun kinderen werkt wel in het nadeel van de sector. Veel ouders hebben immers ook geen goed beeld van de tuinbouw”, zegt Van der Zaag.

Stijgende interesse

Jongeren interesseren zich gelukkig weer meer voor groenopleidingen, geen enkel schoolniveau (mbo, hbo, wo) uitgezonderd. „Daarmee groeit de instroom op de bedrijven, mede door de betere aansluiting op de praktijk van groenopleidingen. Dat is echter één traject. Jongeren binden aan bedrijven en ze intern scholen is ook een goede optie”, meent Van der Zaag.

Medewerking van bedrijven

Praktijkgericht onderwijs staat en valt met de medewerking van bedrijven, vindt Van der Zaag. Door zich open te stellen voor excursies en stageplaatsen aan te bieden. En doordat ondernemers hun kennis en ervaring delen, bijvoorbeeld als gastdocent in cursussen.

Meer over praktijkgericht leren in de Bloemisterij van 2 augustus of nu al te lezen in het e-magazine (na inlog).

guest
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties