Vorige week ben ik een aantal dagen met een lijnrijder naar klanten (bloemisten) in Oostenrijk geweest. Voor mij een interessante, nieuwe wereld en bovendien was het lekker eens een paar dagen de tuin achter me te laten.
Lijnrijden is absoluut een zwaar beroep. Zoals het nummer van de Kromme Jongens ook aangeeft: ’De uren die je maakt per dag, die tel je maar niet meer.’ En dan is de rijtijdenwet nog wel van toepassing, waarop ook streng gecontroleerd wordt. Het zou me niks verbazen als deze mannen zonder die wet nog meer uren zouden maken. Helaas zorgt deze wet er daarmee wel voor dat sommige klanten minder vaak beleverd kunnen worden van verse Hollandse bloemen.
Het vak heeft ook heel mooie kanten. Veel persoonlijk klantcontact maakt de dagen sociaal en afwisselend. Het ene moment bevoorraad je de allermooiste winkels met prachtige creaties, het andere moment lever je aan een doodnormaal kraampje naast het station. Deze klanten vragen allen een ander assortiment, maar ook een andere benadering. De ene bloemist moet je juist pushen tot aankopen, de andere weer niet. Met deze afwisseling vliegen de dagen voorbij. En daarnaast is het natuurlijk een feest om een trailer vol prachtige bloemen leeg te verkopen!
Voor mij persoonlijk is het leerzaam geweest, omdat ik wat directe terugkoppeling heb kunnen krijgen van bloemisten in Oostenrijk. Door de vragen die ik kreeg heb ik een beeld gekregen van hoe bloemisten in Oostenrijk naar mijn product kijken. Ondanks dat dit natuurlijk maar een klein gedeelte is van alle bloemisten, viel mij bijvoorbeeld op dat veel bloemisten zelfs naar een kwekersnaam vragen, in dit geval nog meer dan naar een merknaam. Het blijkt verderop in de keten dus goed mogelijk om je als kweker te onderscheiden.
Na deze dagen in Oostenrijk was ik wel weer erg blij op de tuin te zijn. Ondanks dat het een afwisselend, sociaal beroep is: liever hij dan ik.
Ron van Leeuwen