Markt niet gelukkig met laag reparatiequotum CC-platen

    Sinds 1 maart heeft Container Centralen een quotum van 20% ingesteld voor het aantal platen van de CC-container dat mag worden ingeleverd voor reparatie. Sommige kwekers en exporteurs merken echter dat ze boven dat quotum uit komen. Te veel platen zijn kapot. Wie is daar verantwoordelijk voor? Dat ligt niet eenvoudig. De CC-pool is van iedereen – en dus van niemand.

    Bij exporteur Quattro Plant in Aalsmeer liggen ze netjes opgestapeld: 1.500 kapotte platen, sommige voorzien van A4’tjes met datum en de naam van de kweker waar ze vandaan komen. „We zouden graag zien dat de kwekers ze terughalen”, zegt operationeel manager Arend Gunnink. „Onder het motto: kostenmaker is kostendrager. Van de kwekers krijgen wij echter geen reactie. Wij kunnen deze platen niet meer naar onze klanten sturen. Ze hopen zich hier op; als exporteur trekken we elke keer aan het kortste eind.”

    Tot een paar jaar geleden repareerde Container Centralen (CC) alle platen in de markt ook die van andere partijen. Vorig jaar heeft de poolbeheerder een quotum ingesteld van maximaal 40% van het aantal bledden waarvoor de gebruiker een contract heeft. In maart dit jaar is het quotum verder gedaald naar 20%. Telers en exporteurs die meer platen inleveren, betalen €5 per plaat.
    Het repareren van de 1.500 platen zou de Quattro Plant dus €7.500 kosten. „Geld waar je in feite niets voor terugkrijgt”, vindt Gunnink. „Het quotum zou zeker 60% moeten zijn. De karren staan vaak buiten in de regen. Daardoor gaan de platen schrikbarend hard achteruit. Ik weet dat ook andere exporteurs hier tegenaan lopen.”

    ’Bij veiling apart houden’
    Ook Martin van Duijn, potplantenkweker in Honselersdijk, ziet veel onbruikbare platen langs komen. Het hout is rot, de popnagels vallen eruit. De teler denkt dat er betere controle nodig is bij de inname. „Ze zouden in het depot van de veiling meteen apart moeten worden gehouden, maar dat is blijkbaar te veel werk.”
    Volgens Container Centralen is het van belang dat alle partijen bij ontvangst de kwaliteit controleren. Kweker Van Duijn is het daar niet mee eens: „Onze collectief vervoerder haalt honderden denen per dag op. De chauffeurs kunnen ze niet allemaal gaan controleren. Vaak staan ze ’s nachts te laden in een donkere hal. Bovendien, als ik betaal voor karren, ga ik ervan uit dat ze in orde zijn.”
    Om de kosten te drukken is hij begonnen om de platen zelf te repareren. „In totaal ben ik drie tot vier dagen per jaar bezig met klinknagels slaan. Alleen de allerslechtste platen lever ik in.”

    Ander verdienmodel nodig
    „Het was veel mooier als 100% kon worden gerepareerd”, beaamt Bert Broekhof, hoofd transport en containerbeheer bij Waterdrinker. „Het probleem is dat het geen gesloten pool is. Iedereen kan wat toevoegen of eruit halen. Ik snap echter ook dat dat niet is te handhaven.” Hij ziet de oplossing in een ander verdienmodel. „Als het ophalen en inleveren van elke kar via de veiling verrekend zou worden, dan maakt het niet meer uit van wie die karren afkomstig zijn. Het opgehaalde bedrag zou dan alle reparaties dekken.”
    De veiling accepteert echter alleen CC-karren. „Het is een prachtig systeem, maar de kosten voor de branche zijn veel te hoog voor de geboden service”, vindt Broekhof. „Container Centralen moet zich gaan afvragen wat haar toegevoegde waarde is. Het is goedkoper om DC-karren te kopen, buiten de pool om. Dat werkt ook.”
    Van Vliet Containers, die DC-karren verkoopt en CC-karren verhuurt, is een grote klant van Container Centralen. Dit bedrijf heeft ook met het quotum te maken. „In de afgelopen jaren hebben veel partijen op grote schaal goedkope platen aangeschaft”, zegt directeur Bob IJpelaar. „Deze gaan sneller kapot, maar staan niet onder contract. Container Centralen repareerde altijd alles en daar maakte iedereen misbruik van. Nu men moet betalen zoals het hoort, komt de markt in opstand. Dat is niet terecht. Aan de andere kant heeft CC het laten gebeuren dat het systeem ontspoorde.”

    Kwaliteit moet hoog blijven
    IJpelaar vindt het begrijpelijk dat bij Royal FloraHolland alleen CC-karren worden geaccepteerd. „Daarmee proberen Container Centralen en FloraHolland de kwaliteit in de pool hoog te houden”, verklaart hij. „Als ze dat niet zouden doen, krijg je enorm veel schroot op de markt.”
    De directeur van Van Vliet Containers staat achter de CC-pool. Maar er moet wel iets gebeuren om de kwaliteit hoog te houden, vindt hij. „Het beste zou zijn om een nieuw concept te introduceren, qua ontwerp en beheer, dat breed wordt gedragen door de markt. Dat zou je dan vanaf de eerste dag waterdicht moeten regelen.” Nieuwe platen zijn voorlopig echter niet aan de orde. CC heeft daar twee jaar geleden met marktpartijen over gesproken en toen was er geen draagvlak voor. Ook een andere mogelijke oplossing, elke plaat van een eigen tag voorzien, zou te veel geld kosten.

    Alle platen onder contract
    Dat het quotum tot stevige discussies leidt, is commercieel CC-directeur Barto Cleton niet ontgaan. „Wij zijn financieel niet meer in staat om al die platen te repareren; alleen het deel dat bij ons onder contract staat.” Dat gaat om zo’n 12 miljoen platen. Minstens eenzelfde hoeveelheid van andere makelij zwerft rond in de pool. „Een quotum van 20% is heel ruim”, vindt Cleton. „Jaarlijks gaat ongeveer 10% van de platen in de markt kapot. Als ze allemaal bij ons onder contract komen, dan kunnen we ze ook allemaal onderhouden.”
    Voor Cleton zou de ideale situatie zijn: iedereen spreekt elkaar aan op de kwaliteit van de platen, en iedereen neemt zijn verantwoordelijkheid voor het onderhoud.”

    Dit artikel verder lezen?

    Uw voordelen

    • Toegang tot alle besloten Plus-artikelen: analyses, interviews, opinie, duiding
    • Wekelijks ons digitale magazine in je e-mail en/of
    • Ontvang elke vrijdag het tijdschrift Vakblad voor de Bloemisterij
    guest
    0 Reacties
    Inline feedbacks
    Bekijk alle reacties