Praktijktesten lelieplanter

Machinaal leliebollen in de vollegrond planten is bijna praktijkrijp. Een prototype is momenteel actief bij de zeven broeiers die bij deze ontwikkeling betrokken zijn.

Machinefabriek Hans van der Poel uit Roelofarendsveen legt de laatste hand aan de plantmachine die hij voor een groep leliebroeiers maakt. Zo wordt er nog gewerkt aan de houders of ’vingers’ die de bollen moeten fixeren als ze vanuit de voorraad bunker automatisch richting de elf robotarmen gaan die de bollen oppakken en in vooraf geboorde gaten stoppen. Dat tijdelijk fixeren van de bollen is nog niet voor iedere ziftmaat perfect. De nieuwe uitvoering van de machine wordt zo’n 20% lichter, ruim tweehonderd kilo, door gebruik van andere materialen op sommige plekken en een aangepaste vormgeving.

Het samenwerkingsverband bestaat uit Machinefabriek Hans van der Poel, Delphy (adviseur Hans Kok), loonbedrijf Moek van der Meer en de leliebedrijven C.P.M van Dijk, L.A. Vreugdenhil, Connecting Lilies, A.P van der Voort, Novastar Lilies, Passion for Lilies en Qualily.

Zesduizend bollen per uur kunnen twee personen op deze manier nu al semi-automatisch planten. Achtduizend wordt straks mogelijk. Bolmaat en grondslag zijn dan bepalende factoren. Bij volledig met de hand planten is een gemiddelde van 2.000 bollen per manuur behoorlijk rap. Dat is fysiek zwaarder werk en bollen belanden niet allemaal op dezelfde diepte.

Bovenop de machine is een voorraadbunker voor ongeveer 20 kisten leliebollen. Een of twee personen leggen de bollen op een van de elf posities die per plaat gemaakt zijn. De platen transporten de bollen naar het plantgedeelte.

De machine boort kort voor het planten gelijktijdig elf gaten per rij met de gewenste diepte. De grond die vrijkomt, vult de gaten die kort daarvoren zijn gevuld met leliebollen.

De bollen worden met grijpers gepakt van de platen die het personeel kort daarvoor gevuld hebben. Zij bepalen de plantdichtheid; niet alle elf posities in de rij/per plaat zijn altijd gevuld.

De machine rijdt op vier rupsbanden en kan op een betonpad makkelijk manouvreren. De rupsbanden zorgen voor een goede gewichtsverdeling als hij over het plantbed beweegt; eerst naar de gevel en dan al plantend weer terugrijden.

Personeel van Machinfabriek Hans van der Poel is aanwezig bij de huidige praktijktesten. Eerste proeven wezen uit dat er een egaler plantbeeld te realiseren is en dat leidt tot een uniformer eindproduct. Tevens is de werkhouding beter en de plantcapaciteit per persoon is hoger door het gebruik van de machine.