Een tulpenbroeier heeft een zaak die hij voor de arbitragecommissie van de VBN/ VGB had gebracht gewonnen. De zaak ging over de ontbinding van een contract voor de levering van zo’n twee miljoen tulpen.
Eerder had de veiling conform de klachtenregeling in het veilingreglement het advies gegeven dat de koper het contract terecht ontbonden had omdat de producent een wanprestatie geleverd had en dat die de schade moest vergoeden.
De broeier wilde hierop een oordeel van de arbitragecommissie en die oordeelde anders.
Uit het verhoor van de kwaliteitscontroleur op de arbitragezitting werd volgens de arbitragecommissie duidelijk dat niet alle tulpenstelen die de tulpenbroeier zou leveren van A2 kwaliteit waren. De producent bleek voldoende voorraad te hebben en er was nog voldoende tijd om alsnog de overeengekomen partijen te leveren.
Voorbarig ontbonden
De arbitragecommissie vindt dat de koper de overeenkomsten voorbarig heeft ontbonden. Hij heeft de klachtenregeling van de veiling niet in acht genomen. Hij had niet per direct de overeenkomsten mogen ontbinden.
De koper had zijn klacht zo snel mogelijk schriftelijk en gemotiveerd moeten indienen bij verkoper en veiling. Pas als de klacht van koper gegrond blijkt, kan de overeenkomst ontbonden worden voor het deel dat niet aan de vereiste kwaliteit voldoet, stelde de Arbitragecommissie.
Koper krijgt zijn claim niet vergoed en moet de proceskosten betalen.
Los van deze procedurele fout had de koper volgens de arbitragecommissie het kwaliteitsrapport ten onrechte geïnterpreteerd als dat de hele eerste zending van A2 kwaliteit zou zijn als ook de vervolgzendingen.
Voldoende voorraad
Als de koper de klachtenprocedure wel had gevolgd, zou de arbitragecommissie de claim waarschijnlijk ook hebben afgewezen. Want er was voldoende voorraad bij de producent en nog voldoende tijd om alsnog de overeengekomen partijen te leveren. De kans bestond dus nog dat de producent alsnog juist zou leveren.
Om welke broeier en welk handelsbedrijf het gaat wordt, zoals gebruikelijk, niet bekendgemaakt door de arbitragecommissie, aldus mr. Mia Hopperus Buma, secretaris van de VBN/ VGB arbitragecommissie.
Het komt niet vaak voor dat het tot een arbitragecommissie komt tussen teler en handelaar. „Vroeger vonden zo’n twee zaken per jaar plaats. Nu was er al een aantal jaren geen zaak geweest. De laatste zaak was in 2011”, zegt Hopperus Buma. „Handel en telers worden steeds bewuster gemaakt om zorgvuldig om te gaan met overeenkomsten. Ze volgen zelfs juridische colleges om problemen te voorkomen.”