Britten onderzoeken importrisico Pinus

Alle Britten die planten of zaden van Pinus willen importeren, moeten dit vooraf melden bij hun fytosanitaire dienst FERA. De Britse overheid werkt namelijk aan een risicoanalyse van drie schadelijke organismen.

Het betreft Dothistroma pini en D. septosporum, twee schimmelsoorten die naaldval veroorzaken in Pinus, en Thaumetopoea pityocampa oftewel dennenprocessierups. Ook de laatste veroorzaakt schade aan Pinus. Haren van de rups zijn tevens gevaarlijk voor mensen en dieren, aldus FERA, net zoals haren van de nauw verwante eikenprocessierups (T. processionea) dat zijn.

Geen van deze drie organismen heeft zich reeds gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, maar FERA vreest hier wel voor. Ze verspreiden zich volgens de fytosanitaire dienst namelijk al in andere EU-lidstaten. In sommige delen van het Verenigd Koninkrijk is D. septosporum al aangetroffen. Larven van de dennenprocessierups zijn eens aangetroffen op een Britse kwekerij die Pinus had geïmporteerd uit Italië.

Britse importeurs moeten ook al de import van Quercus, Fraxinus, Castanea en Platanus aangeven bij FERA, vanwege respectievelijk eikenprocessierups, essentaksterfte, kastanjeschimmel en platanenkanker.

Andere EU-lidstaten (inclusief Nederland) kunnen vooralsnog niet voldoen aan verscherpte Britse importeisen van essen (sinds vorig jaar), kastanjes en platanen (sinds deze week). Export van eiken is wel mogelijk als Naktuinbouw de kwekerij en de directe omgeving heeft vrij verklaard van eikenprocessierups.

Op korte termijn overleggen handelsbond Anthos, Naktuinbouw, de NVWA en de LTO-Vakgroep Bomen en Vaste planten hoe Nederlandse exporteurs aan de Britse eisen kunnen voldoen. Dit door middel van garanties.