De enige

Hey mensen, het gaat de goede kant op hè? Weer iets nieuws toegelaten. Azatin tegen trips deze keer. Ik weet nog goed toen we er Scelta tegen spint bijkregen, geïntroduceerd met zo’n hip filmpje. Alsof het limonade was. ’Scelta, keep the growth alive, woew!’ Geloof je me niet? Moet je maar eens op www.spintgohome.nl kijken.

Nee, echt, de neuzen staan dezelfde kant op hoor. Trips, dat was vroeger echt een killer. Maar tegenwoordig, maakt niks meer uit, je bent er zo vanaf. Want als je dat Azatin niet wilt, gewoon aaltjes erop. Wekelijks ‘s morgens heel vroeg of ’s avonds heel laat toepassen zodat die plant minimaal twee uur nat blijft. Even met een microscoop controleren of er genoeg aaltjes op het blad zitten en klaar ben je. En dat omgerekend voor nog geen €36.000 per hectare per jaar. Dat heb ik hoofdrekenend vastgesteld trouwens, pin me niet vast op een paar tientjes.

En dan Serenade. Dat bestaat uit bacteriën. Zij bezingen de laatste levensfase van schimmels om ze vervolgens te vernietigen. Op te eten. En daarmee hebben ze ook nog een biostimulerend effect. Ik weet niet helemaal precies wat dat betekent, maar goed. Schimmels gaan er dood van en dat is de bedoeling. Trouwens, voor schimmels hebben we sinds kort ook Switch, Luna privilege en Signum. Keuze genoeg zou ik zeggen.

Kies je voor biologisch, dat kan. Chemisch? Keus genoeg. Maar samen? Dan wordt het wat ingewikkelder. Want de een gaat niet altijd samen met de ander. Tenminste, niet tegelijk. Een paar dagen later kan het dan misschien weer wel. Maar het gaat mij eigenlijk maar om één ding. Die plaag moet bestreden. Dood, uitgeroeid.

En dat lukt echt niet altijd meteen. Laatst liep er nog een collega binnen. Ik liet hem wat schade zien en vroeg of hij er misschien wat op wist. ’Ik ben hier zo blij mee!’, zegt ie. Ik keek hem met grote ogen aan. ’Ja, dit maakt mijn dag weer goed.’ Mijn ogen werden nog groter. ’Ik dacht altijd dat het alleen bij mij hommelles was. Met al die nieuwe middelen lijkt alles te kunnen, maar dan nog krijg ik sommige plagen er niet onder. Ik ben zó blij dat ik niet de enige ben.’