Staatssecretaris Sharon Dijksma stelt de veehouderij voor om producten die voortkomen uit verplichte mestverwerking, te laten onderzoeken op toepasbaarheid in onder andere de tuinbouw.
In een brief aan de Tweede Kamer schrijft Dijksma dat het onderzoek kan worden ingebracht in de topsectoren Tuinbouw & Uitgangsmaterialen en Agro & Food. De staatssecretaris belooft innovaties op het gebied van mestverwerking te financieren.
Per 1 januari is Dijksma van plan om een stelsel van verplichte mestverwerking in te voeren. Veehouders moeten dan hun mestoverschot (laten) verwerken tot bemestingsproducten voor afzet in binnen- en buitenland. Hierdoor wordt het probleem van het forse mestoverschot dat Nederland kent, volgens Dijksma opgelost.
De staatssecretaris verwacht dat dierlijke mest niet langer een kostenpost voor veehouders is, maar een bron van inkomsten kan vormen. De bemestingsproducten moeten dan wel aansluiten bij de behoeften van afnemers. Dat kunnen dus ondernemers in een tuinbouwsector zijn, bijvoorbeeld de boomkwekerij.
Een eindproduct van mestverwerking is mineralenconcentraat. Dit is verkregen door middel van ultrafiltratie en omgekeerde osmose. Wageningen UR heeft dit product in de afgelopen jaren reeds onderzocht op toepasbaarheid in verschillende gewassen en op verschillende grondsoorten.
Volgens Dijksma is de aanpak van het mestprobleem via verplichte mestverwerking tot stand gekomen in nauw overleg met het bedrijfsleven. De pluimveehouderij verwerkt volgens LTO het mestoverschot al, en de varkenshouderij is ermee bezig.
