Groot kennisgebrek in afzetketen schokt Probos

Bij het analyseren van beplantingsprojecten signaleerde Probos een groot gebrek aan kennis bij opdrachtgevers, aannemers en adviseurs. „Dat was schokkend voor ons”, zei directeur Patrick Jansen vrijdag op de jaarvergadering van de LTO-Cultuurgroep voor bos- en haagplantsoen.

De analyse was uitgevoerd in het kader van de Green Deal ‘Weet welk plantmateriaal je (ver)koopt’. Hiervoor had Probos, kennis- en innovatiecentrum voor duurzaam bosbeheer, interviews gehouden met diverse opdrachtgevers, aannemers en adviseurs van projecten. „Zelfs adviseurs bleken niet van de hoed en de rand te weten. Dat zou je zeker van hen wel moeten kunnen verwachten”, aldus Jansen. „Want het planten van bomen is het ingrijpendst wat je kunt doen in bosbeheer.”

Tijdens de analyse viel het Probos ook op dat bestekken onduidelijk, onvolledig of niet eenduidig waren geschreven. „De bestekken waren een beetje een zootje”, zei Jansen op de jaarvergadering. „We kwamen vaak termen tegen zoals: ‘gebiedseigen’ en ‘duurzaam geproduceerd’. Maar wat bedoelt een bestekschrijver daarmee?”

Veel autochtoon voorgeschreven
Ook was het opvallend dat er veel autochtoon plantmateriaal werd voorgeschreven. Jansen: „Dat was niet altijd weloverwogen. Het was bijvoorbeeld een verplichting vanuit de overheid of de eigen organisatie. Of het werd automatisch voorgeschreven, of dogmatisch – ‘Autochtoon? Dat is goed materiaal’.”

‘Rassenlijst’ bleek bij opdrachtgevers, aannemers en adviseurs wel een bekende term te zijn. „Maar vrijwel niemand weet wat de Rassenlijst precies is en wat je ermee kunt doen”, aldus de directeur van Probos. „In bestekken werd niet verwezen naar de Rassenlijst. En opvallend was dat sommige opdrachtgevers denken dat de lijst alleen relevant is voor ‘autochtoon’.”

De certificaten die geïnterviewden aan Probos voorlegden, hadden ook alleen maar betrekking op autochtoon plantmateriaal. „We hebben bij selectiemateriaal geen certificaten gezien, maar dat wil niet zeggen dat afnemers ze niet hebben gehad”, aldus Jansen. „Wie ze wel had, had ze ter kennisgeving aangenomen en slecht gearchiveerd – door hun kennisgebrek.”

Er bleek ook te weinig kennis van de markt aanwezig te zijn. Afnemers bestellen volgens Jansen „wat ze willen, maar ze houden geen rekening met wat er beschikbaar is. Dat is op zich terecht, maar als iets er niet is, krijg je het niet of krijg je iets anders geleverd. Hierdoor ontstaan er fouten en wrevel.”

Opdrachtgevers bestellen laat
Ook tijdsdruk bij opdrachtgevers vergroot de kans op fouten, zei de directeur van Probos. „Ze bestellen laat, omdat vergunningen of subsidies laat binnenkomen en er soms strakke deadlines gelden. Dan stellen afnemers hun eisen naar beneden, nemen genoegen met minder. Vanuit duurzaam bosbeheer vind ik dat vreemd.”

Inkopers van de overheid bleken bovendien het duurzame inkoopbeleid van diezelfde overheid niet te kennen. Tot slot werd er volgens Jansen weinig of niet gecommuniceerd in het traject planvorming-plantwerk. „Ze willen wel kwalitatief hoogwaardig plantsoen voorschrijven en ze zijn ook bereid om er een eerlijke marktprijs voor te betalen.”