Aan de hand van jaarringen is vast te stellen wanneer de Oost-Aziatische boktor uit een boom is gekomen. Dat blijkt uit onderzoek binnen Wageningen UR.
Paul Copini, onderzoeker bij Alterra en Centrum voor Genetische Bronnen (beide onderdelen van Wageningen UR), heeft verschillende uitvlieggaten van de Oost-Aziatische boktor (Anoplophora chinensis) bestudeerd. Hij boorde op verschillende momenten ook zelf gaatjes in de bomen.
De bomen reageerden hierop op drie momenten: voor het groeiseizoen, tijdens het seizoen en net erna. Op basis hiervan zijn uitvlieggaten te dateren: hoe oud zijn de openingen? Het moment en de locatie van besmetting is dan ook vast te stellen. Dit is belangrijk om te weten, omdat de boktor vermoedelijk meereist met geïmporteerde bomen (vooral Acer), aldus de NVWA.
Bij besmetting legt een volwassen boktor eitjes in de bast. De larven die uitkomen kruipen naar diepere lagen van de boom. Na twee tot drie jaar verpopt de larve zich en maakt een uitvlieggat.
Copini promoveerde eind oktober op dit onderzoek.
Foto: NVWA
