Je moest eens weten..

Mijn bezoek aan ons bedrijf in Ethiopië stond deze keer in het teken van ’Farm Management’. Ons productiebedrijf is nog relatief jong, maar inmiddels wordt het hoog tijd om volwassen te gaan worden. Het niveau moet omhoog. En om daadwerkelijk professioneler te worden, zal er geïnvesteerd moeten worden in goede mensen. Vandaar deze week een bijzonder sollicitatiegesprek.

Eerst even terug naar het begin. Een paar jaar geleden importeerden we de allereerste moederplanten uit Nederland. ’Eerst maar eens kijken of het hier groeit en ontdekken hoe we de stekken aan de wortel kunnen krijgen’, was het motto. Soortje voor soortje moesten we stapje voor stapje leren kennen. Een proces waar je steeds meer ervaring in krijgt, maar ook een proces dat nooit stopt, want het kan altijd beter.

Hoe graag je ook snel vooruit wilt, leren stekken te produceren kost nu eenmaal heel veel tijd. Dat geldt ook voor het opschalen van het aantal moederplanten. Zo begint het vaak met 5 of 10 importmoeren en spreek je pas een aantal jaren later over commerciële aantallen stek; daarvoor heb je al snel een paar duizend moederplanten nodig. Voordat je dus echt de markt op kan met een beetje redelijk assortiment, ben je zomaar 5 of 6 jaar verder.

In 2009 begon EWF met het opzetten van haar eerste productie. Inmiddels 6 jaar later is het de hoogste tijd om de ’introductieperiode’ af te sluiten. We willen en moeten de lat nu een stuk hoger gaan leggen. De toverwoorden ’betrouwbaarheid’ en ’kwaliteit’ zullen moeten doordreunen in ieder van onze medewerkers. Deze twee termen moeten deel van onze identiteit worden. De benodigde professionalisering kan niet binnen een week worden gerealiseerd, maar onze huidige klanten moeten spoedig een stijgende lijn opmerken. Een nobel streven, en zeker niet onhaalbaar.

Zodoende zijn we nu druk bezig met het aanstellen van een Nederlandse fulltime farmmanager om onze Keniaanse productiemanager te ondersteunen. Helaas zijn geschikte mensen niet gratis bij bosjes te vinden. Bovendien gaat het aan het werk zetten van een Nederlander in Ethiopië gepaard met heel wat overwegingen. Voor zowel het bedrijf als de kandidaat is het een ingrijpende zaak. Zeker voor een bedrijf als het onze, dat nog klein van schaalgrootte is.

Gaan we voor een jonge ondernemende man met heel veel energie en wellicht wat minder ervaring? Gaan we voor een wat oudere ex-(boom)kweker met veel teeltervaring, maar wat minder Afrika-ervaring? Kiezen we voor iemand die weet hoe het er in Afrika aan toe gaat maar minder ervaring heeft met de teelt? Willen we een ’mensenmens’ of een ’zonnekoning’? Gaat de voorkeur uit naar iemand met gezin; wat waarschijnlijk duurder is maar minder afbreukrisico op de lange termijn met zich meebrengt? Of moet het gewoon een flexibele vrijgezel zijn?

De eerste voorwaarde gaat om het hebben van een ’klik’. Past iemand daar in het hele plaatje of niet? Uiteindelijk gaat het er om wat de persoon in kwestie op den duur gaat opleveren. Iemand die een stuk minder kost maar ook niets oplevert, daar schieten we ook niets mee op. Kortom, al voorafgaand aan de eerste kennismakingsgesprekken valt er heel wat te bediscussiëren.

Zodoende was ik dus afgelopen week in Ethiopië een aantal dagen druk in de weer met een potentiële kandidaat en zijn vrouw. Na een eerste ontmoeting in Nederland was het nu voor beide partijen zaak om elkaars verwachtingen uit te spreken. Zo maakten we samen een checklist met de meest basale benodigdheden, zowel persoonlijk als zakelijk.

Is er die klik met het huidige management? Ziet en snapt de kandidaat de uitdaging en de potentie?Heeft de kandidaat goede ideeën en daadkracht om dingen te verbeteren? Komt hij voor de uitdaging en passie of alleen voor het geld? Enzovoorts, enzovoorts.

Voor de kandidaat viel er ook veel na te gaan tijdens dit korte bezoek: Waar kunnen mijn kinderen naar een goede internationale school? Waar gaan we wonen en wat voor type accommodatie is er beschikbaar? Hoe zit het met zorg, ziektes, kosten van levensonderhoud, beschikbaarheid van producten, sociale activiteiten. Wat vandaag de dag ook nogal een issue is, is de veiligheid.

Voor mij was het lekker druk, maar ook heel leerzaam. Het bezoeken van andere Nederlandse gezinnen, klinieken, supermarkten, internationale scholen, restaurantjes en niet te vergeten de kwekerij…het kwam allemaal aan bod.

Nu op naar de volgende fase: onderhandelen over salaris en alle bijkomende voorwaarden. Zodra weer hier doorheen zijn, zullen we daadwerkelijk snel stappen kunnen gaan maken.

We houden u op de hoogte..

Sjaak