LTO Nederland wil dat de sector zelf verantwoordelijkheid neemt voor het doorbetalen van zieke werknemers op kleinere agrarische bedrijven. Volgens LTO leert de praktijk dat dit dan beter en goedkoper gebeurt dan via een collectieve verzekering.
Ondernemers met maximaal tien werknemers hoeven hun zieke personeel straks nog maar een jaar in plaats van twee door te betalen bij ziekte. De doorbetaling na het eerste jaar zou volgens een plan van het kabinet via een vrijwillige verzekering voor kleine bedrijven moeten lopen.
Het voorstel is dat uitkeringsinstantie UWV straks de loondoorbetaling in het tweede ziektejaar overneemt. Minister Asscher van Sociale Zaken wil €20 miljoen per jaar bijdragen aan een collectieve vrijwillige verzekering die de kosten moet gaan dekken. LTO Nederland is geen voorstander van zo’n collectieve verzekering en vindt dat de sector het beter zelf kan regelen.
Zelf regelen
Het alternatief is volgens LTO een sectorgerichte aanpak voor het hele tweede jaar voor loondoorbetaling inclusief verzuimbegeleiding én re-integratie via Stigas en SAZAS. Sectoren die het zelf willen regelen, zouden wat LTO betreft aanspraak moet kunnen maken op een deel van de €20 miljoen die Asscher beschikbaar stelt.
Doel van de aanpak die LTO Nederland verkiest is om ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid waar mogelijk te voorkomen en in ieder geval zoveel mogelijk te beperken. De praktijk leert volgens LTO dat deze aanpak succes heeft: in de agrarische en groene sectoren is het ziekteverzuim zeer laag.
