„Het is wat LTO betreft nu tijd om de laatste knopen door te hakken en een gezamenlijk akkoord te sluiten.” Dat schrijft LTO Nederland in een persverklaring over de onderhandelingen met de vakbonden over seizoenswerk in de WWZ.
LTO Nederland geeft aan heel graag afspraken te willen maken. En stelt daarbij voor om na drie contracten binnen hooguit negen maanden een onderbreking aan te houden van drie maanden. Dat is conform de huidige praktijk die vaak wordt toegepast bij seizoensarbeid. De vakbonden hebben vorige week een tegenvoorstel gedaan waarbij de ‘pauze’ tussen contracten vijftien maanden moet zijn.
Gespreid betalen
Daarnaast is LTO het met de bonden eens dat dat seizoenswerkers bij een contract voor onbepaalde tijd het loon over twaalf maanden gespreid uitbetaald moeten kunnen krijgen. De werknemer moet daar zelf om vragen. Voorwaarde om dit in te kunnen voeren is dat de Belastingdienst met zo’n regeling in moet stemmen. En uiteindelijk moet ook minister Asscher van Sociale Zaken nog groen licht geven voor een afspraak tussen bonden en werkgevers over het toepassen van de WWZ bij seizoensarbeid.
Regelingen-cao
Afspraken over een WWZ-alternatief moeten onderdeel zijn van een nieuwe cao. Om tot een zogenoemde vijfjarige regelingen-cao op sectorniveau te komen zoals de bonden voorstellen en daar de looncomponent buiten te laten, ziet LTO-onderhandelaar Leo van der Zon geen heil op korte termijn. „Deze modernisering van cao’s kost vanwege de complexiteit veel te veel tijd, terwijl haast is geboden. Daar valt wel over te praten.”
FNV-onderhandelaar Henk Onstwedder meent ook dat sociale partners elkaar dicht genaderd zijn over een WWZ-alternatief. Het kan volgens hem echter niet zo zijn dat afspraken hierover geregeld worden in een overkoepelende langjarige cao; de zogenoemde Colland-cao waaronder de regeling Piekarbeid ook valt. „Nee, het WWZ-alternatief zal zowel in de cao Glastuinbouw als cao Open Teelten moeten worden vastgelegd. We willen niet in de positie komen dat een WWZ-alternatief is geregeld in een overkoepelende cao en dat daarmee de sector-cao’s minder urgent worden”, aldus Onstwedder.
