Mansveld wil liefst snel emissie beperken

Staatssecretaris Wilma Mansveld van Infrastructuur en Milieu wil graag dat er snel maatregelen worden genomen om de verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen in de omgeving tegen te gaan. Dat zegt zij in antwoord op vragen van Kamerleden.

Mansveld laat weten dat het kabinet jurisdisch laat uitzoeken of het mogelijk is spuitvrije zones nu al in te voeren, nog voor het onderzoek naar de verspreiding van middelen in de omgeving is afgerond. Als dat juridisch niet kan, wil zij met kwekers en fabrikanten van middelen gaan praten wat er op vrijwillige basis kan worden geregeld.

Volgens de staatssecretaris is dit allemaal nodig omdat omwonenden zich zorgen maken. Haast is er niet alleen om inzicht te krijgen in de verspreiding van middelen in de omgeving, maar ook wat de gezondheidseffecten hiervan zijn. Het RIVM is daarom aan het werk gezet met een verkennend onderzoek.

Daarnaast noemt Mansveld dat de onderzoeken van het Ctgb naar middelen een aanleiding kan vormen voor maatregelen, nog voor onderzoek naar de verspreiding van middelen is afgerond. Als blijkt dat het risico op blootstelling groter is dan verwacht, kan dat leiden tot aanpassing van de toelating van middelen.

Gelijk speelveld
Met argumenten waarom Nederland in regelgeving niet moet afwijken van omringende landen, maakt Mansveld korte metten. „Nederland kent een zeer intensieve teeltwijze, ook wonen veel mensen op korte afstand van de percelen waar de gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast. Dit is niet zomaar vergelijkbaar met bijvoorbeeld minder dichtbevolkte lidstaten.”

In veel gevallen is er bovendien sprake van een gelijk speelveld, meent zij. Bijvoorbeeld het in lage dosering gebruiken van herbiciden in België, kan volgens Mansveld ook in Nederland via wederzijdse erkenning worden toegelaten, als daar maar een aanvraag voor wordt ingediend.