‘Opheusden kan leren van andere Europese laanboomclusters’

Laanboomkwekers in Opheusden beheersen teelttechnische aspecten heel goed, maar ze kunnen van andere laanboomclusters in Europa leren over interactie met overheden, financiers, onderzoeksinstituten en onderwijs. Dat meldt het Laanboompact naar aanleiding van een project van Alterra.

Alterra-onderzoeker Wim Nieuwenhuizen en student Erik Hugo hebben in opdracht van het Laanboompact vijf Europese laanboomclusters in beeld gebracht: Pistoia en Canneto in Italië, Pinneberg in Duitsland, Wetteren in België en Opheusden. Er is gekeken hoe de clusters werken en hoe ze zich in hun omgeving gedragen.

Nieuwenhuizen en Hugo zagen overeenkomsten met het gedrag van kwekers rond Opheusden. „Overal is er overproductie en is aanbodgericht zijn een probleem, omdat kwekers niet weten wat de vraag over een paar jaar zal zijn. Ze gaan wel op verschillende manieren met een moeilijke markt om.”

Belgische kwekers werken volgens Nieuwenhuizen en Hugo bijvoorbeeld nauw samen. „Die zijn van oudsher op elkaar gericht en zijn in tal van groepen georganiseerd. Samen aan de slag en samen lobbyen: je als cluster gedragen is juist nu belangrijk.”

Er werd ook geconstateerd dat het aantal handelsbedrijven in het buitenland afneemt. „Kwekers gaan meer zelf doen, ze combineren vooral vervoer. Kwekers in Opheusden zijn trouwens beroemd in het buitenland om hun snelle logistiek.”