Oud en Nieuw

Sta ik dan. Nog steeds. Ach ja, het had ook slechter met me kunnen aflopen. Dat ik tussen twee geraniums op de vensterbank stond bijvoorbeeld. Ben toch blij dat die ouwe hier nog rondloopt. Anders had ik nog steeds in die kapotte pot gestaan. Man, wat deed dat zeer toen Junior over mijn tenen reed met die heftruck. En die trap daarna had ook niet gehoeven.

Maar hey, ik ben hier al het langst. Die ouwe heeft me als stekje nog geplant en sindsdien heb ik heel wat stekjes geproduceerd. Nu niet meer, nee, senior heeft me een paar jaar geleden in zijn mooiste pot gezet. Die ouwe en ik, twee handen op één buik; we konden lezen en schrijven met elkaar.

Ik weet nog goed toen we hier net waren begonnen samen. Hij na het werk nog crossen op zijn Zündapp. En elke week andere liefjes achterop. Tot die ene, die bleef. Die ging ook mee werken en zo. Stonden ze samen stekjes op te potten aan de tafel. Lamp erboven, kachel erbij, druppel aan de neus. Ik werd er zelf bijna romantisch van. Ja, dat was een mooie tijd. Paar jaar later kwam Junior erbij. Met zijn plastic trekker, toen was het al een etterbak. Mij, met zijn kiepbak, de hele tijd volstoten met buiten opgeschepte mest. Gadver.

Maar jonge jonge, ondanks dat, wat genoten we toen toch. Als gezin. Tot die ouwe die Harley voor mijn neus parkeerde. En hij tig keer in de week naar de tandarts moest. Man, zijn bek gaf gewoon licht als ie ’s avonds een ronde door de kwekerij maakte. Ik heb sindsdien moeders ook niet meer gezien trouwens. Wel die ene op die rode naaldhakken. Maar die heeft volgens mij helemaal geen werkkleren. Nooit gehad ook denk ik.

Ik weet ook niet of die ouwe er gelukkiger van geworden is. Hij zeurt nogal, vooral over Junior. Dat ie teveel achter zijn computer zit. Of dat ie die omgevallen potten recht moet zetten. En dat ie meer bij zijn mensen moet zijn omdat ze zonder hem niks uitvoeren.

Die naaldhak hoor ik ook de hele tijd zeggen dat die ouwe het beter kan verkopen. Nee, die klikt helemaal niet met Junior. Maar eigenlijk is het toch best een goed manneke. Ik zag hem pas sleutelen aan die ouwe zündapp. Da’s toch lief.