De Raad van State is kritisch over de door het kabinet in gang gezette afschaffing van product- en bedrijfschappen. De noodzaak daarvan is de Raad onvoldoende duidelijk.
De schappen kunnen volgens de Raad blijven bestaan en meerwaarde voor ondernemers houden, als zij zich beperken tot de uitvoering van publieke taken. Dat staat in het advies van de Raad van State bij het wetsvoorstel van minister Kamp (EZ) voor opheffing van de schappen.
Kamp wil de schappen opheffen vanwege het bindende karakter en het gebrek aan democratische legitimatie. De Raad van State vraagt zich af of het kabinet daaraan niet al voldoende is tegemoet gekomen met de draagvlakonderzoeken en de ’code goed bestuur’. Daarmee kregen ook niet-georganiseerde ondernemers inspraak.
Genoeg draagvlak
Daarnaast bestaat er volgens de Raad onder telers groot draagvlak voor de uitvoering van publieke taken op het gebied van dierziekten en dierenwelzijn, en van voedselveiligheid en gezondheid. De schappen zouden zich tot die taken kunnen beperken. Ondernemers zullen zich dan meer kunnen herkennen in de activiteiten van de schappen en heffingen zouden aanzienlijk lager uitvallen.
Kamp onwrikbaar
In een reactie op het advies stelt minister Kamp bij de opheffing van de schappen te blijven. Hij benadrukt daarmee ook een wens van de Kamer uit te voeren.
