Staatsbosbeheer gaat actiever werken aan bosverjonging en zal daarom weer meer naar bosplantsoen vragen. Dat zei Harrie Hekhuis van de grootste bosbeheerder, op de jaarvergadering van de LTO-Cultuurgroep.
Hekhuis, afdelingshoofd beheer en productie, presenteerde op de jaarvergadering ’Groeiende toekomst’, de nieuwe bosvisie van Staatsbosbeheer. „Veel van onze bossen staan op een kruispunt: we moeten actief gaan werken aan de verdere ontwikkeling en de volgende generatie.”
In veel multifunctionele bossen is de afgelopen jaren vooral gewerkt aan de natuur- en belevingswaarde door het stimuleren van loofbomen als eik, beuk en berk. Dat is volgens Hekhuis goed gelukt, maar er is weinig gekeken naar de houtproductie in de toekomst.
Tegelijk neemt de vraag naar Nederlands hout in de economie juist toe. „We gaan daarom weer meer kiezen voor soorten waarmee we ons productievermogen kunnen verhogen zoals douglas, populier en lariks. „Douglas groeit twee keer zo hard dan grove den, en het hout is twee keer zoveel waard”, aldus Hekhuis.
Voor de natuurbossen gaat Staatsbosbeheer samen met andere bosbeheerders werken aan een collectie van bostypen die kenmerkend zijn voor Nederland. Daarbij zal de vraag naar autochtoon plantmateriaal gaan toenemen.
Lees meer over de bosvisie van Staatsbosbeheer in De Boomkwekerij nr. 3.
