De aanbevelingen en conclusies die adviesbureau Roland Berger deed in 2011 waren niet sterk. Dit zei algemeen directeur Lucas Vos op de algemene ledenvergadering.
Volgens Vos heeft Roland Berger een goed inzicht gegeven in de marktontwikkelingen. „Ik moet helaas constateren dat de conclusies en aanbeveling niet sterk waren en beter hadden kunnen worden uitgevoerd”, zei de algemeen directeur op zijn eerst alv over het strategisch advies dat Roland Berger gaf voor de periode 2011-2020.
FloraHolland heeft nu organisatieadviesbureau Berenschot ingeschakeld om de strategie van de veiling te helpen bepalen voor de periode tot 2020. Vos: „In mijn optiek heeft uw coöperatie een grote onderliggende uitdaging: wij zijn niet goed in kiezen en nee zeggen. Wij grijpen alles aan, werken aan tientallen projecten en diensten en hebben daardoor te weinig focus.”
Volgens Vos heeft FloraHolland Berenschot niet in huis gehaald voor dure analyses, maar vooral om tot goede keuzes te komen. „Uiteindelijk wordt het ons verhaal. Van Rens (Buchwaldt red.) en mij; het wordt onze strategie”, aldus Vos
Kostenverlaging
Vos wees de leden erop dat de nieuwe strategie in ieder geval kostenverlaging voor de leden in zich heeft. „Maar dat is niet het enige element. Onze missie blijft om een zo’n hoog mogelijke prijs voor de bloemen en planten uit de markt te halen.”
De oplossing van FloraHolland zal naast op de wens tot lagere kosten antwoord geven op de wens om meer consumentenwaarde te ontsluiten, het handhaven van een sterke marktplaats en het beter exploiteren van de kennis en innovatie die de veiling heeft.
Voor Vos staat vast dat in de nieuwe strategie de voornaamste kerncompetenties van FloraHolland ruimte moeten krijgen. Dat zijn coöperatieve kracht, samenbrengen van vraag en aanbod, logistiek en betalingszekerheid.
Volgens Vos staat vast dat er consensus is over het feit dat er een collectief moet zijn dat de marktplaats organiseert met sterke afzetinstrumenten, waarvan de veilingklok er een is. „Dat vinden de leden en ook onze klanten.”
„Een tweede opmerking – waarschuwing – die ik van iedereen meekrijg die ik voor het eerst ontmoet is: ‘we moeten niet de kant van de groente op’. Dat klopt, die kant willen we niet op.”
