Asscher in beroep tegen uitspraak boete ’illegaal werk’

Het ministerie van Sociale Zaken gaat in beroep tegen een uitspraak van de rechtbank in Breda. Die oordeelde dat het onterecht is dat werkgevers beboet zijn voor het illegaal aan het werk hebben van Oost-Europeanen. De Raad van State buigt zich ook over de materie.

Er lopen diverse rechtszaken over of het terecht of onterecht is dat Oost-Europese werknemers zonder werkvergunning beboet zijn, terwijl de landen waaruit ze komen wel lid van de Europese Unie zijn.

Volgens Europees recht mogen EU-landen inwoners van nieuwe EU-lidstaten de eerste zeven jaar weren van de arbeidsmarkt. Alleen halen tegenstanders een handelsverdrag met Japan uit 1912 aan, waarin gesteld wordt dat Japanners vrije toegang hebben tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Inwoners van EU­-lidstaten mogen in hun beleving niet achtergesteld worden en moeten zelfs voorrang krijgen op werknemers van een zogenoemd ’derde land’ zoals Japan.

Minister Asscher van Sociale Zaken gaat in beroep tegen de uitspraak van afgelopen vrijdag van de rechtbank in Breda. De Raad van State buigt zich ook over de materie, onder meer gebaseerd op vergelijkbare rechtszaken. Het hoogste Nederlandse rechtsorgaan doet over ongeveer zes weken uitspraak. Tegen die uitspraak is geen beroep mogelijk.