„Er ontbreekt een centrale regisseur voor de uitvoering van het topsectorenbeleid. Daardoor is het moeilijk tot samenwerking tussen de negen topsectoren te komen en sectoroverstijgende innovaties te ontwikkelen.” Dat stelde Ernst van den Ende, WUR-vertegenwoordiger in het topteam Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, op 19 november tijdens een symposium met plantenziektenkundigen in Wageningen.
De directeur van de Plant Sciences Group van Wageningen UR kwalificeerde het topsectorenbeleid van de overheid als „een ordinaire bezuinigingsmaatregel”, waarmee het sinds de start ervan in 2012 al voortdurend tobben is. Zo is er door het wegvallen van de productschappen geen instrument meer voor collectieve investeringen.
’Dikke billen’
Sowieso is de financiering van innovatieonderzoek volgens Van den Ende een zorgenkindje. „Het huidige stelsel van regelingen is complex en onvoldoende flexibel voor een coherente uitvoering. Oftewel: er zijn te veel potjes met geld en daarop zitten veel te veel mensen met dikke billen die deze potjes moeten bewaken.”
Ook is er volgens hem te weinig aandacht voor fundamenteel en experimenteel onderzoek. „De nadruk ligt sterk op industrieel onderzoek.” Verder vindt Van den Ende dat de topsectoren zich te eenzijdig focussen op het innovatiethema Meer met Minder, terwijl de andere thema’s – Voedselveiligheid en -Zekerheid, Gezondheid en Welbevinden en Samenwerkende Waardeketen – relatief minder aandacht krijgen. Hij maakt zich eveneens zorgen over de positie van Nederland in Europa wat innovatieonderzoek betreft.
