Evaluatie leden-/niet-ledenbeleid op 4 september

De Adviesraden van FloraHolland evalueren donderdag 4 september het nieuwe leden/niet-ledenbeleid.

Om tijdens de vergadering van de Adviesraden op 4 september tot een gedegen advies over dit beleid te komen, worden zoveel mogelijk FPC’s momenteel bijgepraat over de effecten tot nu toe, de geluiden uit het veld en de benodigde inspanningen.

Over het beleid dat momenteel in pilotvorm wordt toegepast bij elf productgroepen zijn in april de eerste ervaringen gedeeld in de Adviesraden. Toen waren de meningen niet eensluidend.

Het beleid ‘Niet-leden niet veilen tenzij’ is tot stand gekomen in overleg met de Adviesraden bloemen en planten. In januari 2014 is met de uitrol gestart.

Het doel van dit beleid is om het lidmaatschap meerwaarde geven. Zo is de klok er primair voor de leden. Contractzenders zijn welkom als hun product aanvullend is op het aanbod van de leden. Als leden voor een voldoende breed en diep assortiment kunnen zorgen, dan kunnen niet-leden (contractzenders) geen gebruik maken van de klok.

Het beleid wordt nu in pilotvorm toegepast bij de volgende producten: lisianthus, anjer, gypsophila, limonium (statice), pioen, kalanchoë, calluna, potroos, dracaena, cactus, succulenten en hedera. Dit geldt overigens alleen voor de klokken van de exportlocaties.

Concernmanager Strategy, Marketing & Business Development Dirk Hogervorst van FloraHolland gaf eerder al aan dat 38% van de niet-leden in de productgroepen uit de pilot de relatie met FloraHolland heeft beëindigd. „Dit kost de veiling omzet”, aldus Dirk Hogervorst.

Onder degenen die bezwaar hebben tegen het nieuwe leden/niet-ledenbeleid zijn Deense kwekers. Zij deden eerder bij Autoriteit Consument & Markt (ACM) hun beklag over het nieuwe leden/niet-ledenbeleid van FloraHolland. Ze hebben deze autoriteit gevraagd een onderzoek te doen.

Volgens Dansk Gartneri is het nieuwe beleid concurrentiebeperkend. Het leidt er volgens haar toe dat niet-leden hun producten niet meer kwijt kunnen op de veiling. Daardoor zouden de Deense bedrijven niet meer levensvatbaar zijn en de prijzen van planten en bloemen op de Nederlandse en Europese sierteeltmarkt omhoog gaan.