Internationaal Energie Agentschap kritisch op Nederland

Nederland moet meer hernieuwbare energie opwekken – vooral met windmolens – en zich sneller voorbereiden op het leegraken van het Groningen-gasveld. Dat concludeert het Internationaal Energie Agentschap (IEA) in een rapport dat IEA-directeur Maria van der Hoeven op 22 april aan minister Kamp (EZ) heeft overhandigd.

In het rapport is het IEA lovend over het vorig jaar afgesloten energieakkoord. Daarin staat onder meer dat de glastuinbouw voor 10% bijdraagt aan de afgesproken energiebesparing van 100 petajoule per 2020.

Het IEA waarschuwt dat Nederland een van de grootste fossiele brandstof- en CO2-intensieve economieën onder de IEA-landen is. Vooral de petrochemische industrie, de ijzer- en staalindustrie, de glastuinbouw en de transportsector gebruiken nog steeds veel fossiele brandstoffen. Nederland moet het ingezette beleid om dat verbruik te verminderen, volgens het EIA, daarom met kracht voortzetten.

Groningen-gasveld
Het IEA merkt verder op dat Nederland de op een na grootste aardgasproducent van Europa is, na Noorwegen. Omdat het Groningen-gasveld leegraakt, zal Nederland rond 2025 veranderen van netto exporteur naar netto importeur van gas. Het IEA vindt dat Nederland zich daar sneller op moet voorbereiden omdat niet uit te sluiten valt dat het Groningen-gasveld sneller stilvalt dan verwacht vanwege de aardbevingen. Nederland moet gasafnemers, volgens het IEA, daarom onder meer voorbereiden op een veranderende gassamenstelling

Hernieuwbare energie
Nederland moet volgens het IEA ook beter zijn best doen om de Europese doelstellingen op het gebied van hernieuwbare energie te halen. Met een aandeel van 4,5% hernieuwbaar in 2013 is Nederland nog ver verwijderd van het Europese doel van 14% in 2020. Ook heeft Nederland zijn koppositie in windenergie verloren aan Denemarken en Duitsland.