Tuincentrumketen Intratuin heeft haar beleid bekend gemaakt dat ze willen gaan voeren om de bij te beschermen. Het is een stapsgewijze aanpak waarbij over zes jaar alle planten vrij moeten zijn van negen neonicotinoïden. En sterke planten krijgen per direct voorrang in het inkoopbeleid.
Met deze stap reageert Intratuin op het rapport van Greenpeace over residuen van bestrijdingsmiddelen op planten. Sindsdien is door de keten overleg gevoerd met maatschappelijke organisaties waaronder Greenpeace, Stichting Natuur&Milieu, Nederlandse Bijenhouders Vereniging, Vlinderstichting en De Gezonde Stad. Die organisaties hebben meegeholpen bij het opstellen van het beleidsplan dat Intratuin nu presenteert.
De stappen die Intratuin wil gaan zetten zijn:
• sterke planten, die weinig tot geen ondersteuning van gewasbescherming nodig hebben, krijgen direct al voorrang in het inkoopbeleid;
• een onafhankelijk laboratorium gaat jaarlijks extra tests uitvoeren, zoals Greenpeace eerder deed;
• binnen een jaar zijn alle chemische bestrijdingsmiddelen die mogelijk een risico vormen voor bijen uit de schappen gehaald;
• aankomend voorjaar biedt de keten een assortiment aan van bijen- en vlinderlokkende planten die vrij zijn van negen specifieke neonicotinoïden;
• ook zijn binnen zes jaar alle planten bij Intratuin vrij van die negen neonicotinoïden die in verband worden gebracht met bijensterfte;
• tweederde van het complete plantenassortiment is binnen acht jaar duurzaam geteeld.
Aan de slag
Menno Wielinga, ad interim directeur van Intratuin, legt uit dat de keten actief aan de slag wil gaat met kwekers en vermeerderaars. Want ook al is nog niet duidelijk wat precies de bijensterfte veroorzaakt, kan en moet het gebruik van bestrijdingsmiddelen wat hem betreft duurzamer.
Wielinga: „Wij leven allen van het groen, Intratuin in het bijzonder. Daarom gaat het ons aan het hart. Wij willen zo min mogelijk gebruik van deze middelen. We zoeken samenwerking met wetgevers, milieuorganisaties, brancheverenigingen en andere retailers die zich hiervoor willen inzetten. Hoe meer partijen ons volgen, hoe sneller we dit voor elkaar krijgen.”
