De exportpositie van de Nederlandse agrarische sector loopt geen gevaar nu onderzoeksinstellingen als de WUR het – sinds het wegvallen van de vakheffingen van de productschappen – met minder financiering moeten doen. Dat schrijft minister Henk Kamp van Economische Zaken (EZ) in antwoord op vragen van de Eerste Kamer.
De bewindsman stelt dat de financiering van onderzoek en innovatie vanuit de vakheffingen dit jaar iets lager is dan in 2013. Zo zag de WUR, de kennisinstelling waar vanuit de schappen het meeste onderzoeksgeld naar toe ging, volgens Kamp met name bij de glastuinbouw, bloembollen en fruit zijn orderportefeuille kleiner worden. Dat heeft volgens de minister deels met de economische crisis te maken en deels met het wegvallen van het Productschap Tuinbouw. „Een dergelijke afname zal niet direct leiden tot risico’s voor de exportpositie”, aldus Kamp.
De vaste commissie voor EZ van de Eerste Kamer vroeg de minister of hij compensatie overweegt voor het wegvallen van onderzoek. De opheffing van de productschappen is volgens de Kamer immers een overheidsinitiatief. Kamp is dat niet van plan, zo laat hij weten, omdat onderzoek en innovatie bij de productschappen private taken waren.
Algemeenverbindendverklaring
Kamp wijst de senaat er op dat sectoren ook producenten- en brancheorganisaties kunnen oprichten die via een algemeenverbindendverklaring een heffing zouden kunnen opleggen voor de financiering van onderzoek. Volgens de minister wordt in de tuinbouw momenteel enkel gekeken naar de mogelijkheden van brancheorganisaties. Overigens drong LTO Nederland er onlangs bij Kamp op aan snel met erkenningscriteria te komen voor zulke organisaties. In de boomkwekerij zijn er geen initiatieven dergelijke organisatie op te zetten.
De opheffing van de bedrijf- en productschappen vindt per 1 januari 2015 plaats.
