’Kom niet in de kas’

Natuurlijk ging ik afgelopen weekend wel de kas in. Ook ik behoor tot een van de 236.000 mensen die de 40e editie van Kom in de Kas (KidK) meemaakte. Een record aantal bezoekers. Alleen al in het Westland, waar ik was, gingen 30.000 paar voeten in en uit de tien kassen die hun meededen aan het evenement. Muziek op de achtergrond, vermaak voor jong en oud en een grote diversiteit aan gewassen. Voldoende ingrediënten voor een leerzaam dagje uit.

Tijdgebrek zorgde er voor dat ik de groentebedrijven oversloeg. Alleen bij een radijsteler gingen mijn vrouw en ik naar binnen. Maar dat was vooral omdat zij radijs lekker vindt. Ik lette meer op de lelies die in de bedrijfsruimte geshowd werden. En het viel op dat er een ontsmettingsmat bij de ingang lag. Een natte mat, dus hij lag er met een doel: inloop van ongewenste bezoekers tegenhouden. Het kwalijke spul dat je met het blote oog niet ziet, bacteriën en dergelijke. Later hoorde ik dat je bij telers van tomaat niet verder kwam dan de bedrijfsruimte. De deur naar de kas bleef dicht. De kans op ziekten en plagen moest ook tijdens KidK zo klein mogelijk blijven.

Het beeld bij de tomatentelers is niet onbekend. Noem de bacterie clavibacter en ze beginnen over het GSPP-systeem dat sectorbreed is opgezet. Over handen en voeten wassen en overalls. Over hygiëne en protocollen. Voor sierteeltbedrijven komt zo’n situatie rap naderbij. Actueel is de angst voor de bacterie ralstonia die tussen 2014 en 2016 flinke schade veroorzaakte. Maar ook trips, wolluis en andere ziekten en plagen liften makkelijk mee. Of preventie en hygiëne de publieke belangstelling voor KidK zullen schaden, is afwachten. Tomatentelers bewijzen dat zij bezoekers nog steeds enthousiast kunnen maken over hun product, maar liever niet in hun kas.

 

Dit was de ‘Kijk op de Week’ van het Vakblad van 7 april 2017

guest
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties