LTO: ’Chaos op arbeidsmarkt seizoenswerk door transitievergoeding’

Wederom hebben de werkgeverorganisaties LTO Nederland, VNO-NCW en MKB bij minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangedrongen om de regels te herzien voor de berekening van de transitievergoeding bij seizoenarbeid. Naast onredelijke financiële last voor ondernemers verwachten zij chaos op de arbeidsmarkt voor seizoenswerk.

Werkgevers zullen de kans dat zij een transitievergoeding moeten betalen ontlopen door de jaarlijks terugkerende seizoenkrachten niet eerder dan na 6 maanden na afloop van het laatste contract weer in dienst te nemen. ’Nieuwe medewerkers zullen begin 2015 eerder starten in het nieuwe seizoen en ’oude’ medewerkers moeten helaas met of zonder WW langer thuis zitten’, is een reactie uit de praktijk. ’Voor niemand is dit goed voor de medewerker en werkgever niet en ook voor de glastuinbouw niet.’

Met ingang van 1 juli 2015 hebben werknemers met een dienstverband van meer dan twee jaar recht op een transitievergoeding wanneer het dienstverband door de werkgever niet wordt voortgezet. Dit is zo geregeld in de nieuwe Wet Werk en Zekerheid. Voor de berekening van de vergoeding telt ook het arbeidsverleden van de werknemer bij de werkgever van voor 1 juli 2015 mee.

Ook wordt de duur van elkaar opvolgende dienstverbanden bij dezelfde werkgever opgeteld die elkaar met een tussenpoos van 6 maanden en minder hebben opgevolgd. Bijzonder is de lengte van de tussenpoos en de terugwerkende kracht, waardoor vooral werkgevers met seizoenwerk worden geraakt.