Nederland misschien al binnen vier jaar afhankelijk van buitenlands aardgas

Afhankelijk van welke beslissingen een nieuw kabinet zal nemen over de aardgaswinning, kan ons land de komende periode voor het gebruik van aardgas veel sneller dan gedacht afhankelijk worden van het buitenland. Dat blijkt uit onderzoek van TNO. In een van de scenario’s die het onderzoeksinstituut doorberekende, is dat al in 2021 het geval, waar voorspellingen van anderen uitgaan van 2030–2035.

In de whitepaper ’Van exporteur naar importeur – de verander(en)de rol van aardgas in Nederland’ heeft TNO vier scenario’s uitgewerkt op basis van de toekomstige productie in Groningen, het aanbod uit de kleine velden en de te verwachten afname van de vraag naar aardgas. Daarbij is eigen onderzoek en dat van partijen als ECN en Gasunie Transport Services betrokken.

Hoewel TNO in de analyse benadrukt dat de aannames voor vraag en aanbod omgeven zijn door een hoge mate van onzekerheid, is de voorspelling dat Nederland over vier of zes jaar al netto-importeur van aardgas kan zijn. Andere scenario’s komen uit op acht of twaalf jaar. Deze bevindingen contrasteren met de vooruitzichten zoals geschetst in de Nationale Energieverkenning 2016 van ECN, PBL, CBS en RVO, die uitgaat van importafhankelijkheid tussen 2030 en 2035.

Laag- en hoogcalorisch gas
Nederlandse huishoudens, maar ook de glastuinbouw, gebruiken laagcalorisch aardgas uit het Groningen veld, terwijl de industrie en energiecentrales op hoogcalorisch gas draaien. De internationale markt biedt uitsluitend hoogcalorisch aardgas aan. Dat betekent op termijn de keuze om alle huishoudelijke installaties versneld om te bouwen naar hoogcalorisch gas, of om in nog te bouwen conversiefaciliteiten hoogcalorisch gas te mengen met stikstof. Dat resulteert in het zogeheten pseudo-G-gas dat kwalitatief gelijkwaardig is aan Groningengas. De keuze voor een van deze scenario’s is nog niet gemaakt.

Importafhankelijkheid op zich is volgens TNO niet het grootste probleem. Er zijn voldoende mogelijkheden om aardgas te importeren (bijvoorbeeld uit Noorwegen en Rusland), zowel via pijpleidingen als per schip in de vorm van vloeibaar gas (LNG). De echte uitdaging zit volgens TNO in de vraag hoe de Nederlandse overheid de overgang van aardgas naar hernieuwbare energie wil gaan regelen.

Zelfvoorzienend sinds jaren zestig
Nederland is sinds het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw zelfvoorzienend geweest met aardgas als energiebron. Tussen 1965 tot 2016 leverde de export van aardgas de Nederlandse economie bijna €300 miljard aan aardgasbaten op. Maar na de aardbeving in Huizinge in de provincie Groningen in augustus 2012 is de jaarlijkse gemiddelde productie teruggebracht van 53 tot 21,6 miljard miljard m3 en afhankelijk gemaakt van de seismische stabiliteit van het Groninger veld. Als de productie in Groningen verder wordt beperkt tot onder dit niveau en de exploratieactiviteiten worden gestaakt, zal Nederland al binnen vier tot zes jaar importafhankelijk zijn.

guest
0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties